Vervoeging van het werkwoord überstrahlen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord überstrahlen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "überstrahlen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich überstrahle
- du überstrahlst
- er/sie/es überstrahlt
- wir überstrahlen
- ihr überstrahlt
- Sie überstrahlen
Perfekt
- ich habe überstrahlt
- du hast überstrahlt
- er/sie/es hat überstrahlt
- wir haben überstrahlt
- ihr habt überstrahlt
- Sie haben überstrahlt
Präteritum
- ich überstrahlte
- du überstrahltest
- er/sie/es überstrahlte
- wir überstrahlten
- ihr überstrahltet
- Sie überstrahlten
Plusquamperfekt
- ich hatte überstrahlt
- du hattest überstrahlt
- er/sie/es hatte überstrahlt
- wir hatten überstrahlt
- ihr hattet überstrahlt
- Sie hatten überstrahlt
Futur I
- ich werde überstrahlen
- du wirst überstrahlen
- er/sie/es wird überstrahlen
- wir werden überstrahlen
- ihr werdet überstrahlen
- Sie werden überstrahlen
Futur II
- ich werde überstrahlt haben
- du wirst überstrahlt haben
- er/sie/es wird überstrahlt haben
- wir werden überstrahlt haben
- ihr werdet überstrahlt haben
- Sie werden überstrahlt haben
Vervoeging van het werkwoord "überstrahlen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- überstrahle (du)
- überstrahlen wir
- überstrahlt ihr
- überstrahlen Sie
Vervoeging van het werkwoord "überstrahlen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich überstrahle
- du überstrahlest
- er/sie/es überstrahle
- wir überstrahlen
- ihr überstrahlet
- Sie überstrahlen
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe überstrahlt
- du habest überstrahlt
- er/sie/es habe überstrahlt
- wir haben überstrahlt
- ihr habet überstrahlt
- Sie haben überstrahlt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde überstrahlen
- du werdest überstrahlen
- er/sie/es werde überstrahlen
- wir werden überstrahlen
- ihr werdet überstrahlen
- Sie werden überstrahlen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde überstrahlt haben
- du werdest überstrahlt haben
- er/sie/es werde überstrahlt haben
- wir werden überstrahlt haben
- ihr werdet überstrahlt haben
- Sie werden überstrahlt haben
Vervoeging van het werkwoord "überstrahlen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich überstrahlte
- du überstrahltest
- er/sie/es überstrahlte
- wir überstrahlten
- ihr überstrahltet
- Sie überstrahlten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte überstrahlt
- du hättest überstrahlt
- er/sie/es hätte überstrahlt
- wir hätten überstrahlt
- ihr hättet überstrahlt
- Sie hätten überstrahlt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde überstrahlen
- du würdest überstrahlen
- er/sie/es würde überstrahlen
- wir würden überstrahlen
- ihr würdet überstrahlen
- Sie würden überstrahlen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde überstrahlt haben
- du würdest überstrahlt haben
- er/sie/es würde überstrahlt haben
- wir würden überstrahlt haben
- ihr würdet überstrahlt haben
- Sie würden überstrahlt haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
foulenherunterkühlenschrinkenseligpreisenüberlistenüberstehenüberstimmenüberstrapazierenübertäubenumkonstruierenvergötternverwohnen
