Vervoeging van het werkwoord heilighalten in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord heilighalten in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "heilighalten" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich halte heilig
  • du hältst heilig
  • er/sie/es hält heilig
  • wir halten heilig
  • ihr haltet heilig
  • Sie halten heilig

Perfekt

  • ich habe heiliggehalten
  • du hast heiliggehalten
  • er/sie/es hat heiliggehalten
  • wir haben heiliggehalten
  • ihr habt heiliggehalten
  • Sie haben heiliggehalten

Präteritum

  • ich hielt heilig
  • du hieltst heilig
  • er/sie/es hielt heilig
  • wir hielten heilig
  • ihr hieltet heilig
  • Sie hielten heilig

Plusquamperfekt

  • ich hatte heiliggehalten
  • du hattest heiliggehalten
  • er/sie/es hatte heiliggehalten
  • wir hatten heiliggehalten
  • ihr hattet heiliggehalten
  • Sie hatten heiliggehalten

Futur I

  • ich werde heilighalten
  • du wirst heilighalten
  • er/sie/es wird heilighalten
  • wir werden heilighalten
  • ihr werdet heilighalten
  • Sie werden heilighalten

Futur II

  • ich werde heiliggehalten haben
  • du wirst heiliggehalten haben
  • er/sie/es wird heiliggehalten haben
  • wir werden heiliggehalten haben
  • ihr werdet heiliggehalten haben
  • Sie werden heiliggehalten haben

Vervoeging van het werkwoord "heilighalten" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • halt (du) heilig
  • halten wir heilig
  • haltet ihr heilig
  • halten Sie heilig
  • halte (du) heilig
  • halten wir heilig
  • haltet ihr heilig
  • halten Sie heilig

Infinitiv - Präsens

  • heilighalten

Infinitiv - Perfekt

  • heiliggehalten haben

Partizip Präsens

  • heilighaltend

Partizip Perfekt

  • heiliggehalten

Vervoeging van het werkwoord "heilighalten" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich halte heilig
  • du haltest heilig
  • er/sie/es halte heilig
  • wir halten heilig
  • ihr haltet heilig
  • Sie halten heilig

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe heiliggehalten
  • du habest heiliggehalten
  • er/sie/es habe heiliggehalten
  • wir haben heiliggehalten
  • ihr habet heiliggehalten
  • Sie haben heiliggehalten

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde heilighalten
  • du werdest heilighalten
  • er/sie/es werde heilighalten
  • wir werden heilighalten
  • ihr werdet heilighalten
  • Sie werden heilighalten

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde heiliggehalten haben
  • du werdest heiliggehalten haben
  • er/sie/es werde heiliggehalten haben
  • wir werden heiliggehalten haben
  • ihr werdet heiliggehalten haben
  • Sie werden heiliggehalten haben

Vervoeging van het werkwoord "heilighalten" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich hielte heilig
  • du hieltest heilig
  • er/sie/es hielte heilig
  • wir hielten heilig
  • ihr hieltet heilig
  • Sie hielten heilig

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte heiliggehalten
  • du hättest heiliggehalten
  • er/sie/es hätte heiliggehalten
  • wir hätten heiliggehalten
  • ihr hättet heiliggehalten
  • Sie hätten heiliggehalten

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde heilighalten
  • du würdest heilighalten
  • er/sie/es würde heilighalten
  • wir würden heilighalten
  • ihr würdet heilighalten
  • Sie würden heilighalten

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde heiliggehalten haben
  • du würdest heiliggehalten haben
  • er/sie/es würde heiliggehalten haben
  • wir würden heiliggehalten haben
  • ihr würdet heiliggehalten haben
  • Sie würden heiliggehalten haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: anschielenetablierenfeinschleifenhakelnheckenheiligenheiligsprechenheimführenherausfühlenherumspazierenhinfetzennachgrübelnrunden