Vervoeging van het werkwoord zusammenheilen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord zusammenheilen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "zusammenheilen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich heile zusammen
- du heilst zusammen
- er/sie/es heilt zusammen
- wir heilen zusammen
- ihr heilt zusammen
- Sie heilen zusammen
Perfekt
- ich bin zusammengeheilt
- du bist zusammengeheilt
- er/sie/es ist zusammengeheilt
- wir sind zusammengeheilt
- ihr seid zusammengeheilt
- Sie sind zusammengeheilt
Präteritum
- ich heilte zusammen
- du heiltest zusammen
- er/sie/es heilte zusammen
- wir heilten zusammen
- ihr heiltet zusammen
- Sie heilten zusammen
Plusquamperfekt
- ich war zusammengeheilt
- du warst zusammengeheilt
- er/sie/es war zusammengeheilt
- wir waren zusammengeheilt
- ihr wart zusammengeheilt
- Sie waren zusammengeheilt
Futur I
- ich werde zusammenheilen
- du wirst zusammenheilen
- er/sie/es wird zusammenheilen
- wir werden zusammenheilen
- ihr werdet zusammenheilen
- Sie werden zusammenheilen
Futur II
- ich werde zusammengeheilt sein
- du wirst zusammengeheilt sein
- er/sie/es wird zusammengeheilt sein
- wir werden zusammengeheilt sein
- ihr werdet zusammengeheilt sein
- Sie werden zusammengeheilt sein
Vervoeging van het werkwoord "zusammenheilen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- heile (du) zusammen
- heilen wir zusammen
- heilt ihr zusammen
- heilen Sie zusammen
Vervoeging van het werkwoord "zusammenheilen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich heile zusammen
- du heilest zusammen
- er/sie/es heile zusammen
- wir heilen zusammen
- ihr heilet zusammen
- Sie heilen zusammen
Konjunktiv I Perfekt
- ich sei zusammengeheilt
- du seiest zusammengeheilt
- er/sie/es sei zusammengeheilt
- wir seien zusammengeheilt
- ihr seiet zusammengeheilt
- Sie seien zusammengeheilt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde zusammenheilen
- du werdest zusammenheilen
- er/sie/es werde zusammenheilen
- wir werden zusammenheilen
- ihr werdet zusammenheilen
- Sie werden zusammenheilen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde zusammengeheilt sein
- du werdest zusammengeheilt sein
- er/sie/es werde zusammengeheilt sein
- wir werden zusammengeheilt sein
- ihr werdet zusammengeheilt sein
- Sie werden zusammengeheilt sein
Vervoeging van het werkwoord "zusammenheilen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich heilte zusammen
- du heiltest zusammen
- er/sie/es heilte zusammen
- wir heilten zusammen
- ihr heiltet zusammen
- Sie heilten zusammen
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich wäre zusammengeheilt
- du wärest zusammengeheilt
- er/sie/es wäre zusammengeheilt
- wir wären zusammengeheilt
- ihr wäret zusammengeheilt
- Sie wären zusammengeheilt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde zusammenheilen
- du würdest zusammenheilen
- er/sie/es würde zusammenheilen
- wir würden zusammenheilen
- ihr würdet zusammenheilen
- Sie würden zusammenheilen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde zusammengeheilt sein
- du würdest zusammengeheilt sein
- er/sie/es würde zusammengeheilt sein
- wir würden zusammengeheilt sein
- ihr würdet zusammengeheilt sein
- Sie würden zusammengeheilt sein
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
kramenplättenwegzählenweiterspielenzurückstrahlenzusammengießenzusammenheftenzusammenhockenzusammenklauenzwangsevakuieren
