Vervoeging van het werkwoord zurückbomben in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord zurückbomben in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "zurückbomben" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich bombe zurück
  • du bombst zurück
  • er/sie/es bombt zurück
  • wir bomben zurück
  • ihr bombt zurück
  • Sie bomben zurück

Perfekt

  • ich habe zurückgebombt
  • du hast zurückgebombt
  • er/sie/es hat zurückgebombt
  • wir haben zurückgebombt
  • ihr habt zurückgebombt
  • Sie haben zurückgebombt

Präteritum

  • ich bombte zurück
  • du bombtest zurück
  • er/sie/es bombte zurück
  • wir bombten zurück
  • ihr bombtet zurück
  • Sie bombten zurück

Plusquamperfekt

  • ich hatte zurückgebombt
  • du hattest zurückgebombt
  • er/sie/es hatte zurückgebombt
  • wir hatten zurückgebombt
  • ihr hattet zurückgebombt
  • Sie hatten zurückgebombt

Futur I

  • ich werde zurückbomben
  • du wirst zurückbomben
  • er/sie/es wird zurückbomben
  • wir werden zurückbomben
  • ihr werdet zurückbomben
  • Sie werden zurückbomben

Futur II

  • ich werde zurückgebombt haben
  • du wirst zurückgebombt haben
  • er/sie/es wird zurückgebombt haben
  • wir werden zurückgebombt haben
  • ihr werdet zurückgebombt haben
  • Sie werden zurückgebombt haben

Vervoeging van het werkwoord "zurückbomben" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • bombe (du) zurück
  • bomben wir zurück
  • bombt ihr zurück
  • bomben Sie zurück

Infinitiv - Präsens

  • zurückbomben

Infinitiv - Perfekt

  • zurückgebombt haben

Partizip Präsens

  • zurückbombend

Partizip Perfekt

  • zurückgebombt

Vervoeging van het werkwoord "zurückbomben" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich bombe zurück
  • du bombest zurück
  • er/sie/es bombe zurück
  • wir bomben zurück
  • ihr bombet zurück
  • Sie bomben zurück

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe zurückgebombt
  • du habest zurückgebombt
  • er/sie/es habe zurückgebombt
  • wir haben zurückgebombt
  • ihr habet zurückgebombt
  • Sie haben zurückgebombt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde zurückbomben
  • du werdest zurückbomben
  • er/sie/es werde zurückbomben
  • wir werden zurückbomben
  • ihr werdet zurückbomben
  • Sie werden zurückbomben

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde zurückgebombt haben
  • du werdest zurückgebombt haben
  • er/sie/es werde zurückgebombt haben
  • wir werden zurückgebombt haben
  • ihr werdet zurückgebombt haben
  • Sie werden zurückgebombt haben

Vervoeging van het werkwoord "zurückbomben" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich bombte zurück
  • du bombtest zurück
  • er/sie/es bombte zurück
  • wir bombten zurück
  • ihr bombtet zurück
  • Sie bombten zurück

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte zurückgebombt
  • du hättest zurückgebombt
  • er/sie/es hätte zurückgebombt
  • wir hätten zurückgebombt
  • ihr hättet zurückgebombt
  • Sie hätten zurückgebombt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde zurückbomben
  • du würdest zurückbomben
  • er/sie/es würde zurückbomben
  • wir würden zurückbomben
  • ihr würdet zurückbomben
  • Sie würden zurückbomben

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde zurückgebombt haben
  • du würdest zurückgebombt haben
  • er/sie/es würde zurückgebombt haben
  • wir würden zurückgebombt haben
  • ihr würdet zurückgebombt haben
  • Sie würden zurückgebombt haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: klistierenoptierenwarmredenwegschaltenzullenzurückbiegenzurückblickenzurückbringenzurückdrückenzusammenkaufen