Vervoeging van het werkwoord zensurieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord zensurieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "zensurieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich zensuriere
  • du zensurierst
  • er/sie/es zensuriert
  • wir zensurieren
  • ihr zensuriert
  • Sie zensurieren

Perfekt

  • ich habe zensuriert
  • du hast zensuriert
  • er/sie/es hat zensuriert
  • wir haben zensuriert
  • ihr habt zensuriert
  • Sie haben zensuriert

Präteritum

  • ich zensurierte
  • du zensuriertest
  • er/sie/es zensurierte
  • wir zensurierten
  • ihr zensuriertet
  • Sie zensurierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte zensuriert
  • du hattest zensuriert
  • er/sie/es hatte zensuriert
  • wir hatten zensuriert
  • ihr hattet zensuriert
  • Sie hatten zensuriert

Futur I

  • ich werde zensurieren
  • du wirst zensurieren
  • er/sie/es wird zensurieren
  • wir werden zensurieren
  • ihr werdet zensurieren
  • Sie werden zensurieren

Futur II

  • ich werde zensuriert haben
  • du wirst zensuriert haben
  • er/sie/es wird zensuriert haben
  • wir werden zensuriert haben
  • ihr werdet zensuriert haben
  • Sie werden zensuriert haben

Vervoeging van het werkwoord "zensurieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • zensuriere (du)
  • zensurieren wir
  • zensuriert ihr
  • zensurieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • zensurieren

Infinitiv - Perfekt

  • zensuriert haben

Partizip Präsens

  • zensurierend

Partizip Perfekt

  • zensuriert

Vervoeging van het werkwoord "zensurieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich zensuriere
  • du zensurierest
  • er/sie/es zensuriere
  • wir zensurieren
  • ihr zensurieret
  • Sie zensurieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe zensuriert
  • du habest zensuriert
  • er/sie/es habe zensuriert
  • wir haben zensuriert
  • ihr habet zensuriert
  • Sie haben zensuriert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde zensurieren
  • du werdest zensurieren
  • er/sie/es werde zensurieren
  • wir werden zensurieren
  • ihr werdet zensurieren
  • Sie werden zensurieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde zensuriert haben
  • du werdest zensuriert haben
  • er/sie/es werde zensuriert haben
  • wir werden zensuriert haben
  • ihr werdet zensuriert haben
  • Sie werden zensuriert haben

Vervoeging van het werkwoord "zensurieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich zensurierte
  • du zensuriertest
  • er/sie/es zensurierte
  • wir zensurierten
  • ihr zensuriertet
  • Sie zensurierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte zensuriert
  • du hättest zensuriert
  • er/sie/es hätte zensuriert
  • wir hätten zensuriert
  • ihr hättet zensuriert
  • Sie hätten zensuriert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde zensurieren
  • du würdest zensurieren
  • er/sie/es würde zensurieren
  • wir würden zensurieren
  • ihr würdet zensurieren
  • Sie würden zensurieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde zensuriert haben
  • du würdest zensuriert haben
  • er/sie/es würde zensuriert haben
  • wir würden zensuriert haben
  • ihr würdet zensuriert haben
  • Sie würden zensuriert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: individualisierennachgießenvorausschauenvorhängenwirbelnzeitenzensierenzentralisierenzerbröselnzufliessenzuwandern