Vervoeging van het werkwoord xerografieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord xerografieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "xerografieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich xerografiere
  • du xerografierst
  • er/sie/es xerografiert
  • wir xerografieren
  • ihr xerografiert
  • Sie xerografieren

Perfekt

  • ich habe xerograforen
  • du hast xerograforen
  • er/sie/es hat xerograforen
  • wir haben xerograforen
  • ihr habt xerograforen
  • Sie haben xerograforen

Präteritum

  • ich xerografor
  • du xerograforst
  • er/sie/es xerografor
  • wir xerograforen
  • ihr xerografort
  • Sie xerograforen

Plusquamperfekt

  • ich hatte xerograforen
  • du hattest xerograforen
  • er/sie/es hatte xerograforen
  • wir hatten xerograforen
  • ihr hattet xerograforen
  • Sie hatten xerograforen

Futur I

  • ich werde xerografieren
  • du wirst xerografieren
  • er/sie/es wird xerografieren
  • wir werden xerografieren
  • ihr werdet xerografieren
  • Sie werden xerografieren

Futur II

  • ich werde xerograforen haben
  • du wirst xerograforen haben
  • er/sie/es wird xerograforen haben
  • wir werden xerograforen haben
  • ihr werdet xerograforen haben
  • Sie werden xerograforen haben

Vervoeging van het werkwoord "xerografieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • xerografiere (du)
  • xerografieren wir
  • xerografiert ihr
  • xerografieren Sie
  • xerografier (du)
  • xerografieren wir
  • xerografiert ihr
  • xerografieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • xerografieren

Infinitiv - Perfekt

  • xerograforen haben

Partizip Präsens

  • xerografierend

Partizip Perfekt

  • xerograforen

Vervoeging van het werkwoord "xerografieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich xerografiere
  • du xerografierest
  • er/sie/es xerografiere
  • wir xerografieren
  • ihr xerografieret
  • Sie xerografieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe xerograforen
  • du habest xerograforen
  • er/sie/es habe xerograforen
  • wir haben xerograforen
  • ihr habet xerograforen
  • Sie haben xerograforen

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde xerografieren
  • du werdest xerografieren
  • er/sie/es werde xerografieren
  • wir werden xerografieren
  • ihr werdet xerografieren
  • Sie werden xerografieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde xerograforen haben
  • du werdest xerograforen haben
  • er/sie/es werde xerograforen haben
  • wir werden xerograforen haben
  • ihr werdet xerograforen haben
  • Sie werden xerograforen haben

Vervoeging van het werkwoord "xerografieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich xerograföre
  • du xerograförest
  • er/sie/es xerograföre
  • wir xerografören
  • ihr xerograföret
  • Sie xerografören
  • ich xerograföre
  • du xerograförst
  • er/sie/es xerograföre
  • wir xerografören
  • ihr xerografört
  • Sie xerografören

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte xerograforen
  • du hättest xerograforen
  • er/sie/es hätte xerograforen
  • wir hätten xerograforen
  • ihr hättet xerograforen
  • Sie hätten xerograforen

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde xerografieren
  • du würdest xerografieren
  • er/sie/es würde xerografieren
  • wir würden xerografieren
  • ihr würdet xerografieren
  • Sie würden xerografieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde xerograforen haben
  • du würdest xerograforen haben
  • er/sie/es würde xerograforen haben
  • wir würden xerograforen haben
  • ihr würdet xerograforen haben
  • Sie würden xerograforen haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: ihrzennachehelichenvoranschreitenvoreinanderkoppelnwiedertreffenwürzenwuzelnzackenzappelnzudenkenzustattenkommen