Vervoeging van het werkwoord weihnachten in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord weihnachten in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "weihnachten" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                                                               Perfekt
                                                                                - ich habe geweihnachtet
- du hast geweihnachtet
- er/sie/es hat geweihnachtet
- wir haben geweihnachtet
- ihr habt geweihnachtet
- Sie haben geweihnachtet
                                                                                                                                                                                    Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte geweihnachtet
- du hattest geweihnachtet
- er/sie/es hatte geweihnachtet
- wir hatten geweihnachtet
- ihr hattet geweihnachtet
- Sie hatten geweihnachtet
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde weihnachten
- du wirst weihnachten
- er/sie/es wird weihnachten
- wir werden weihnachten
- ihr werdet weihnachten
- Sie werden weihnachten
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde geweihnachtet haben
- du wirst geweihnachtet haben
- er/sie/es wird geweihnachtet haben
- wir werden geweihnachtet haben
- ihr werdet geweihnachtet haben
- Sie werden geweihnachtet haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "weihnachten" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                        
                              Vervoeging van het werkwoord "weihnachten" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                                                                Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe geweihnachtet
- du habest geweihnachtet
- er/sie/es habe geweihnachtet
- wir haben geweihnachtet
- ihr habet geweihnachtet
- Sie haben geweihnachtet
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde weihnachten
- du werdest weihnachten
- er/sie/es werde weihnachten
- wir werden weihnachten
- ihr werdet weihnachten
- Sie werden weihnachten
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde geweihnachtet haben
- du werdest geweihnachtet haben
- er/sie/es werde geweihnachtet haben
- wir werden geweihnachtet haben
- ihr werdet geweihnachtet haben
- Sie werden geweihnachtet haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "weihnachten" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                                                                Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte geweihnachtet
- du hättest geweihnachtet
- er/sie/es hätte geweihnachtet
- wir hätten geweihnachtet
- ihr hättet geweihnachtet
- Sie hätten geweihnachtet
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde weihnachten
- du würdest weihnachten
- er/sie/es würde weihnachten
- wir würden weihnachten
- ihr würdet weihnachten
- Sie würden weihnachten
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde geweihnachtet haben
- du würdest geweihnachtet haben
- er/sie/es würde geweihnachtet haben
- wir würden geweihnachtet haben
- ihr würdet geweihnachtet haben
- Sie würden geweihnachtet haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              hinüberfliegenverschnarchenversuchenwegschickenweichmachenweihenweilenweißkalkenwiderredenzurückbefördern