Vervoeging van het werkwoord wegräumen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord wegräumen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "wegräumen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich räume weg
- du räumst weg
- er/sie/es räumt weg
- wir räumen weg
- ihr räumt weg
- Sie räumen weg
Perfekt
- ich habe weggeräumt
- du hast weggeräumt
- er/sie/es hat weggeräumt
- wir haben weggeräumt
- ihr habt weggeräumt
- Sie haben weggeräumt
Präteritum
- ich räumte weg
- du räumtest weg
- er/sie/es räumte weg
- wir räumten weg
- ihr räumtet weg
- Sie räumten weg
Plusquamperfekt
- ich hatte weggeräumt
- du hattest weggeräumt
- er/sie/es hatte weggeräumt
- wir hatten weggeräumt
- ihr hattet weggeräumt
- Sie hatten weggeräumt
Futur I
- ich werde wegräumen
- du wirst wegräumen
- er/sie/es wird wegräumen
- wir werden wegräumen
- ihr werdet wegräumen
- Sie werden wegräumen
Futur II
- ich werde weggeräumt haben
- du wirst weggeräumt haben
- er/sie/es wird weggeräumt haben
- wir werden weggeräumt haben
- ihr werdet weggeräumt haben
- Sie werden weggeräumt haben
Vervoeging van het werkwoord "wegräumen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- räume (du) weg
- räumen wir weg
- räumt ihr weg
- räumen Sie weg
Vervoeging van het werkwoord "wegräumen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich räume weg
- du räumest weg
- er/sie/es räume weg
- wir räumen weg
- ihr räumet weg
- Sie räumen weg
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe weggeräumt
- du habest weggeräumt
- er/sie/es habe weggeräumt
- wir haben weggeräumt
- ihr habet weggeräumt
- Sie haben weggeräumt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde wegräumen
- du werdest wegräumen
- er/sie/es werde wegräumen
- wir werden wegräumen
- ihr werdet wegräumen
- Sie werden wegräumen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde weggeräumt haben
- du werdest weggeräumt haben
- er/sie/es werde weggeräumt haben
- wir werden weggeräumt haben
- ihr werdet weggeräumt haben
- Sie werden weggeräumt haben
Vervoeging van het werkwoord "wegräumen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich räumte weg
- du räumtest weg
- er/sie/es räumte weg
- wir räumten weg
- ihr räumtet weg
- Sie räumten weg
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte weggeräumt
- du hättest weggeräumt
- er/sie/es hätte weggeräumt
- wir hätten weggeräumt
- ihr hättet weggeräumt
- Sie hätten weggeräumt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde wegräumen
- du würdest wegräumen
- er/sie/es würde wegräumen
- wir würden wegräumen
- ihr würdet wegräumen
- Sie würden wegräumen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde weggeräumt haben
- du würdest weggeräumt haben
- er/sie/es würde weggeräumt haben
- wir würden weggeräumt haben
- ihr würdet weggeräumt haben
- Sie würden weggeräumt haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
hinsinkenlosplärrenverramschenverschwätzenwegdämmernwegpustenwegrationalisierenwegrechnenwegrückenweiterschiebenzugipsen