Vervoeging van het werkwoord vorfinden in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord vorfinden in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "vorfinden" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich finde vor
- du findest vor
- er/sie/es findet vor
- wir finden vor
- ihr findet vor
- Sie finden vor
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe vorgefunden
- du hast vorgefunden
- er/sie/es hat vorgefunden
- wir haben vorgefunden
- ihr habt vorgefunden
- Sie haben vorgefunden
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich fand vor
- du fandst vor
- er/sie/es fand vor
- wir fanden vor
- ihr fandet vor
- Sie fanden vor
- ich fand vor
- du fandest vor
- er/sie/es fand vor
- wir fanden vor
- ihr fandet vor
- Sie fanden vor
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte vorgefunden
- du hattest vorgefunden
- er/sie/es hatte vorgefunden
- wir hatten vorgefunden
- ihr hattet vorgefunden
- Sie hatten vorgefunden
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde vorfinden
- du wirst vorfinden
- er/sie/es wird vorfinden
- wir werden vorfinden
- ihr werdet vorfinden
- Sie werden vorfinden
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde vorgefunden haben
- du wirst vorgefunden haben
- er/sie/es wird vorgefunden haben
- wir werden vorgefunden haben
- ihr werdet vorgefunden haben
- Sie werden vorgefunden haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "vorfinden" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - finde (du) vor
- finden wir vor
- findet ihr vor
- finden Sie vor
- find (du) vor
- finden wir vor
- findet ihr vor
- finden Sie vor
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "vorfinden" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich finde vor
- du findest vor
- er/sie/es finde vor
- wir finden vor
- ihr findet vor
- Sie finden vor
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe vorgefunden
- du habest vorgefunden
- er/sie/es habe vorgefunden
- wir haben vorgefunden
- ihr habet vorgefunden
- Sie haben vorgefunden
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde vorfinden
- du werdest vorfinden
- er/sie/es werde vorfinden
- wir werden vorfinden
- ihr werdet vorfinden
- Sie werden vorfinden
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde vorgefunden haben
- du werdest vorgefunden haben
- er/sie/es werde vorgefunden haben
- wir werden vorgefunden haben
- ihr werdet vorgefunden haben
- Sie werden vorgefunden haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "vorfinden" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich fände vor
- du fändest vor
- er/sie/es fände vor
- wir fänden vor
- ihr fändet vor
- Sie fänden vor
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte vorgefunden
- du hättest vorgefunden
- er/sie/es hätte vorgefunden
- wir hätten vorgefunden
- ihr hättet vorgefunden
- Sie hätten vorgefunden
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde vorfinden
- du würdest vorfinden
- er/sie/es würde vorfinden
- wir würden vorfinden
- ihr würdet vorfinden
- Sie würden vorfinden
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde vorgefunden haben
- du würdest vorgefunden haben
- er/sie/es würde vorgefunden haben
- wir würden vorgefunden haben
- ihr würdet vorgefunden haben
- Sie würden vorgefunden haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              hinausschwimmenkonzessionierenvergiessenverklumpenvorbeilassenvoressenvorfinanzierenvorfliegenvorgehenwahrmachenwiederhörenzusammenklingen