Vervoeging van het werkwoord viktimisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord viktimisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "viktimisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich viktimisiere
- du viktimisierst
- er/sie/es viktimisiert
- wir viktimisieren
- ihr viktimisiert
- Sie viktimisieren
Perfekt
- ich habe viktimisoren
- du hast viktimisoren
- er/sie/es hat viktimisoren
- wir haben viktimisoren
- ihr habt viktimisoren
- Sie haben viktimisoren
Präteritum
- ich viktimisor
- du viktimisorst
- er/sie/es viktimisor
- wir viktimisoren
- ihr viktimisort
- Sie viktimisoren
Plusquamperfekt
- ich hatte viktimisoren
- du hattest viktimisoren
- er/sie/es hatte viktimisoren
- wir hatten viktimisoren
- ihr hattet viktimisoren
- Sie hatten viktimisoren
Futur I
- ich werde viktimisieren
- du wirst viktimisieren
- er/sie/es wird viktimisieren
- wir werden viktimisieren
- ihr werdet viktimisieren
- Sie werden viktimisieren
Futur II
- ich werde viktimisoren haben
- du wirst viktimisoren haben
- er/sie/es wird viktimisoren haben
- wir werden viktimisoren haben
- ihr werdet viktimisoren haben
- Sie werden viktimisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "viktimisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- viktimisiere (du)
- viktimisieren wir
- viktimisiert ihr
- viktimisieren Sie
- viktimisier (du)
- viktimisieren wir
- viktimisiert ihr
- viktimisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "viktimisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich viktimisiere
- du viktimisierest
- er/sie/es viktimisiere
- wir viktimisieren
- ihr viktimisieret
- Sie viktimisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe viktimisoren
- du habest viktimisoren
- er/sie/es habe viktimisoren
- wir haben viktimisoren
- ihr habet viktimisoren
- Sie haben viktimisoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde viktimisieren
- du werdest viktimisieren
- er/sie/es werde viktimisieren
- wir werden viktimisieren
- ihr werdet viktimisieren
- Sie werden viktimisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde viktimisoren haben
- du werdest viktimisoren haben
- er/sie/es werde viktimisoren haben
- wir werden viktimisoren haben
- ihr werdet viktimisoren haben
- Sie werden viktimisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "viktimisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich viktimisöre
- du viktimisörest
- er/sie/es viktimisöre
- wir viktimisören
- ihr viktimisöret
- Sie viktimisören
- ich viktimisöre
- du viktimisörst
- er/sie/es viktimisöre
- wir viktimisören
- ihr viktimisört
- Sie viktimisören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte viktimisoren
- du hättest viktimisoren
- er/sie/es hätte viktimisoren
- wir hätten viktimisoren
- ihr hättet viktimisoren
- Sie hätten viktimisoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde viktimisieren
- du würdest viktimisieren
- er/sie/es würde viktimisieren
- wir würden viktimisieren
- ihr würdet viktimisieren
- Sie würden viktimisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde viktimisoren haben
- du würdest viktimisoren haben
- er/sie/es würde viktimisoren haben
- wir würden viktimisoren haben
- ihr würdet viktimisoren haben
- Sie würden viktimisoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
hervorzaubernklammernveranschlagenvereinsamenverweilenvideografierenvikariierenvindizierenvivisezierenvoreinstellenweiterlaufenzurückblenden