Vervoeging van het werkwoord verstecken in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord verstecken in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "verstecken" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich verstecke
- du versteckst
- er/sie/es versteckt
- wir verstecken
- ihr versteckt
- Sie verstecken
Perfekt
- ich habe versteckt
- du hast versteckt
- er/sie/es hat versteckt
- wir haben versteckt
- ihr habt versteckt
- Sie haben versteckt
Präteritum
- ich versteckte
- du verstecktest
- er/sie/es versteckte
- wir versteckten
- ihr verstecktet
- Sie versteckten
- ich verstak
- du verstakst
- er/sie/es verstak
- wir verstaken
- ihr verstakt
- Sie verstaken
Plusquamperfekt
- ich hatte versteckt
- du hattest versteckt
- er/sie/es hatte versteckt
- wir hatten versteckt
- ihr hattet versteckt
- Sie hatten versteckt
Futur I
- ich werde verstecken
- du wirst verstecken
- er/sie/es wird verstecken
- wir werden verstecken
- ihr werdet verstecken
- Sie werden verstecken
Futur II
- ich werde versteckt haben
- du wirst versteckt haben
- er/sie/es wird versteckt haben
- wir werden versteckt haben
- ihr werdet versteckt haben
- Sie werden versteckt haben
Vervoeging van het werkwoord "verstecken" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- verstecke (du)
- verstecken wir
- versteckt ihr
- verstecken Sie
Vervoeging van het werkwoord "verstecken" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich verstecke
- du versteckest
- er/sie/es verstecke
- wir verstecken
- ihr verstecket
- Sie verstecken
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe versteckt
- du habest versteckt
- er/sie/es habe versteckt
- wir haben versteckt
- ihr habet versteckt
- Sie haben versteckt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde verstecken
- du werdest verstecken
- er/sie/es werde verstecken
- wir werden verstecken
- ihr werdet verstecken
- Sie werden verstecken
Konjunktiv I Futur II
- ich werde versteckt haben
- du werdest versteckt haben
- er/sie/es werde versteckt haben
- wir werden versteckt haben
- ihr werdet versteckt haben
- Sie werden versteckt haben
Vervoeging van het werkwoord "verstecken" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich versteckte
- du verstecktest
- er/sie/es versteckte
- wir versteckten
- ihr verstecktet
- Sie versteckten
- ich verstäke
- du verstäkest
- er/sie/es verstäke
- wir verstäken
- ihr verstäket
- Sie verstäken
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte versteckt
- du hättest versteckt
- er/sie/es hätte versteckt
- wir hätten versteckt
- ihr hättet versteckt
- Sie hätten versteckt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde verstecken
- du würdest verstecken
- er/sie/es würde verstecken
- wir würden verstecken
- ihr würdet verstecken
- Sie würden verstecken
Konjunktiv II Futur II
- ich würde versteckt haben
- du würdest versteckt haben
- er/sie/es würde versteckt haben
- wir würden versteckt haben
- ihr würdet versteckt haben
- Sie würden versteckt haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
herumstierenironisierenumschwirrenunterschiebenverschüchternverstärkenverstauenverstehenversteuernvisierenwegknickenzipfeln
