Vervoeging van het werkwoord versiebenfachen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord versiebenfachen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "versiebenfachen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich versiebenfache
  • du versiebenfachst
  • er/sie/es versiebenfacht
  • wir versiebenfachen
  • ihr versiebenfacht
  • Sie versiebenfachen

Perfekt

  • ich habe versiebenfacht
  • du hast versiebenfacht
  • er/sie/es hat versiebenfacht
  • wir haben versiebenfacht
  • ihr habt versiebenfacht
  • Sie haben versiebenfacht

Präteritum

  • ich versiebenfachte
  • du versiebenfachtest
  • er/sie/es versiebenfachte
  • wir versiebenfachten
  • ihr versiebenfachtet
  • Sie versiebenfachten

Plusquamperfekt

  • ich hatte versiebenfacht
  • du hattest versiebenfacht
  • er/sie/es hatte versiebenfacht
  • wir hatten versiebenfacht
  • ihr hattet versiebenfacht
  • Sie hatten versiebenfacht

Futur I

  • ich werde versiebenfachen
  • du wirst versiebenfachen
  • er/sie/es wird versiebenfachen
  • wir werden versiebenfachen
  • ihr werdet versiebenfachen
  • Sie werden versiebenfachen

Futur II

  • ich werde versiebenfacht haben
  • du wirst versiebenfacht haben
  • er/sie/es wird versiebenfacht haben
  • wir werden versiebenfacht haben
  • ihr werdet versiebenfacht haben
  • Sie werden versiebenfacht haben

Vervoeging van het werkwoord "versiebenfachen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • versiebenfache (du)
  • versiebenfachen wir
  • versiebenfacht ihr
  • versiebenfachen Sie

Infinitiv - Präsens

  • versiebenfachen

Infinitiv - Perfekt

  • versiebenfacht haben

Partizip Präsens

  • versiebenfachend

Partizip Perfekt

  • versiebenfacht

Vervoeging van het werkwoord "versiebenfachen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich versiebenfache
  • du versiebenfachest
  • er/sie/es versiebenfache
  • wir versiebenfachen
  • ihr versiebenfachet
  • Sie versiebenfachen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe versiebenfacht
  • du habest versiebenfacht
  • er/sie/es habe versiebenfacht
  • wir haben versiebenfacht
  • ihr habet versiebenfacht
  • Sie haben versiebenfacht

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde versiebenfachen
  • du werdest versiebenfachen
  • er/sie/es werde versiebenfachen
  • wir werden versiebenfachen
  • ihr werdet versiebenfachen
  • Sie werden versiebenfachen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde versiebenfacht haben
  • du werdest versiebenfacht haben
  • er/sie/es werde versiebenfacht haben
  • wir werden versiebenfacht haben
  • ihr werdet versiebenfacht haben
  • Sie werden versiebenfacht haben

Vervoeging van het werkwoord "versiebenfachen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich versiebenfachte
  • du versiebenfachtest
  • er/sie/es versiebenfachte
  • wir versiebenfachten
  • ihr versiebenfachtet
  • Sie versiebenfachten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte versiebenfacht
  • du hättest versiebenfacht
  • er/sie/es hätte versiebenfacht
  • wir hätten versiebenfacht
  • ihr hättet versiebenfacht
  • Sie hätten versiebenfacht

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde versiebenfachen
  • du würdest versiebenfachen
  • er/sie/es würde versiebenfachen
  • wir würden versiebenfachen
  • ihr würdet versiebenfachen
  • Sie würden versiebenfachen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde versiebenfacht haben
  • du würdest versiebenfacht haben
  • er/sie/es würde versiebenfacht haben
  • wir würden versiebenfacht haben
  • ihr würdet versiebenfacht haben
  • Sie würden versiebenfacht haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: herumreiseninnervierenumquartierenunterbringenverschlampenversengenversiebenversiechenversinnlichenverzählenwegdefinierenzerschroten