Vervoeging van het werkwoord vermählen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord vermählen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "vermählen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich vermähle
  • du vermählst
  • er/sie/es vermählt
  • wir vermählen
  • ihr vermählt
  • Sie vermählen

Perfekt

  • ich habe vermählt
  • du hast vermählt
  • er/sie/es hat vermählt
  • wir haben vermählt
  • ihr habt vermählt
  • Sie haben vermählt

Präteritum

  • ich vermählte
  • du vermähltest
  • er/sie/es vermählte
  • wir vermählten
  • ihr vermähltet
  • Sie vermählten

Plusquamperfekt

  • ich hatte vermählt
  • du hattest vermählt
  • er/sie/es hatte vermählt
  • wir hatten vermählt
  • ihr hattet vermählt
  • Sie hatten vermählt

Futur I

  • ich werde vermählen
  • du wirst vermählen
  • er/sie/es wird vermählen
  • wir werden vermählen
  • ihr werdet vermählen
  • Sie werden vermählen

Futur II

  • ich werde vermählt haben
  • du wirst vermählt haben
  • er/sie/es wird vermählt haben
  • wir werden vermählt haben
  • ihr werdet vermählt haben
  • Sie werden vermählt haben

Vervoeging van het werkwoord "vermählen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • vermähle (du)
  • vermählen wir
  • vermählt ihr
  • vermählen Sie

Infinitiv - Präsens

  • vermählen

Infinitiv - Perfekt

  • vermählt haben

Partizip Präsens

  • vermählend

Partizip Perfekt

  • vermählt

Vervoeging van het werkwoord "vermählen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich vermähle
  • du vermählest
  • er/sie/es vermähle
  • wir vermählen
  • ihr vermählet
  • Sie vermählen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe vermählt
  • du habest vermählt
  • er/sie/es habe vermählt
  • wir haben vermählt
  • ihr habet vermählt
  • Sie haben vermählt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde vermählen
  • du werdest vermählen
  • er/sie/es werde vermählen
  • wir werden vermählen
  • ihr werdet vermählen
  • Sie werden vermählen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde vermählt haben
  • du werdest vermählt haben
  • er/sie/es werde vermählt haben
  • wir werden vermählt haben
  • ihr werdet vermählt haben
  • Sie werden vermählt haben

Vervoeging van het werkwoord "vermählen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich vermählte
  • du vermähltest
  • er/sie/es vermählte
  • wir vermählten
  • ihr vermähltet
  • Sie vermählten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte vermählt
  • du hättest vermählt
  • er/sie/es hätte vermählt
  • wir hätten vermählt
  • ihr hättet vermählt
  • Sie hätten vermählt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde vermählen
  • du würdest vermählen
  • er/sie/es würde vermählen
  • wir würden vermählen
  • ihr würdet vermählen
  • Sie würden vermählen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde vermählt haben
  • du würdest vermählt haben
  • er/sie/es würde vermählt haben
  • wir würden vermählt haben
  • ihr würdet vermählt haben
  • Sie würden vermählt haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: hereinreichenhinzuschreibenübersiedelnumflutenverkochenverlötenvermahlenvermahnenvermassenverschmälernvoressenwiederaufforsten