Vervoeging van het werkwoord verdunkeln in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord verdunkeln in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "verdunkeln" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich verdunkle
  • du verdunkelst
  • er/sie/es verdunkelt
  • wir verdunkeln
  • ihr verdunkelt
  • Sie verdunkeln
  • ich verdunkele
  • du verdunkelst
  • er/sie/es verdunkelt
  • wir verdunkeln
  • ihr verdunkelt
  • Sie verdunkeln

Perfekt

  • ich bin verdunkelt
  • du bist verdunkelt
  • er/sie/es ist verdunkelt
  • wir sind verdunkelt
  • ihr seid verdunkelt
  • Sie sind verdunkelt

Präteritum

  • ich verdunkelte
  • du verdunkeltest
  • er/sie/es verdunkelte
  • wir verdunkelten
  • ihr verdunkeltet
  • Sie verdunkelten

Plusquamperfekt

  • ich war verdunkelt
  • du warst verdunkelt
  • er/sie/es war verdunkelt
  • wir waren verdunkelt
  • ihr wart verdunkelt
  • Sie waren verdunkelt

Futur I

  • ich werde verdunkeln
  • du wirst verdunkeln
  • er/sie/es wird verdunkeln
  • wir werden verdunkeln
  • ihr werdet verdunkeln
  • Sie werden verdunkeln

Futur II

  • ich werde verdunkelt sein
  • du wirst verdunkelt sein
  • er/sie/es wird verdunkelt sein
  • wir werden verdunkelt sein
  • ihr werdet verdunkelt sein
  • Sie werden verdunkelt sein

Vervoeging van het werkwoord "verdunkeln" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • verdunkle (du)
  • verdunkeln wir
  • verdunkelt ihr
  • verdunkeln Sie

Infinitiv - Präsens

  • verdunkeln

Infinitiv - Perfekt

  • verdunkelt sein

Partizip Präsens

  • verdunkelnd

Partizip Perfekt

  • verdunkelt

Vervoeging van het werkwoord "verdunkeln" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich verdunkle
  • du verdunklest
  • er/sie/es verdunkle
  • wir verdunklen
  • ihr verdunklet
  • Sie verdunklen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich sei verdunkelt
  • du seiest verdunkelt
  • er/sie/es sei verdunkelt
  • wir seien verdunkelt
  • ihr seiet verdunkelt
  • Sie seien verdunkelt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde verdunkeln
  • du werdest verdunkeln
  • er/sie/es werde verdunkeln
  • wir werden verdunkeln
  • ihr werdet verdunkeln
  • Sie werden verdunkeln

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde verdunkelt sein
  • du werdest verdunkelt sein
  • er/sie/es werde verdunkelt sein
  • wir werden verdunkelt sein
  • ihr werdet verdunkelt sein
  • Sie werden verdunkelt sein

Vervoeging van het werkwoord "verdunkeln" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich verdunkelte
  • du verdunkeltest
  • er/sie/es verdunkelte
  • wir verdunkelten
  • ihr verdunkeltet
  • Sie verdunkelten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich wäre verdunkelt
  • du wärest verdunkelt
  • er/sie/es wäre verdunkelt
  • wir wären verdunkelt
  • ihr wäret verdunkelt
  • Sie wären verdunkelt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde verdunkeln
  • du würdest verdunkeln
  • er/sie/es würde verdunkeln
  • wir würden verdunkeln
  • ihr würdet verdunkeln
  • Sie würden verdunkeln

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde verdunkelt sein
  • du würdest verdunkelt sein
  • er/sie/es würde verdunkelt sein
  • wir würden verdunkelt sein
  • ihr würdet verdunkelt sein
  • Sie würden verdunkelt sein

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: heranfahrenhinmachentosenturnierenverbildenverdriftenverdummenverdünnenverehrenverkaufenverunechtenwegraffen