Vervoeging van het werkwoord verbürgerlichen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord verbürgerlichen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "verbürgerlichen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich verbürgerliche
- du verbürgerlichst
- er/sie/es verbürgerlicht
- wir verbürgerlichen
- ihr verbürgerlicht
- Sie verbürgerlichen
Perfekt
- ich habe verbürgerlicht
- du hast verbürgerlicht
- er/sie/es hat verbürgerlicht
- wir haben verbürgerlicht
- ihr habt verbürgerlicht
- Sie haben verbürgerlicht
Präteritum
- ich verbürgerlichte
- du verbürgerlichtest
- er/sie/es verbürgerlichte
- wir verbürgerlichten
- ihr verbürgerlichtet
- Sie verbürgerlichten
Plusquamperfekt
- ich hatte verbürgerlicht
- du hattest verbürgerlicht
- er/sie/es hatte verbürgerlicht
- wir hatten verbürgerlicht
- ihr hattet verbürgerlicht
- Sie hatten verbürgerlicht
Futur I
- ich werde verbürgerlichen
- du wirst verbürgerlichen
- er/sie/es wird verbürgerlichen
- wir werden verbürgerlichen
- ihr werdet verbürgerlichen
- Sie werden verbürgerlichen
Futur II
- ich werde verbürgerlicht haben
- du wirst verbürgerlicht haben
- er/sie/es wird verbürgerlicht haben
- wir werden verbürgerlicht haben
- ihr werdet verbürgerlicht haben
- Sie werden verbürgerlicht haben
Vervoeging van het werkwoord "verbürgerlichen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- verbürgerliche (du)
- verbürgerlichen wir
- verbürgerlicht ihr
- verbürgerlichen Sie
Vervoeging van het werkwoord "verbürgerlichen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich verbürgerliche
- du verbürgerlichest
- er/sie/es verbürgerliche
- wir verbürgerlichen
- ihr verbürgerlichet
- Sie verbürgerlichen
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe verbürgerlicht
- du habest verbürgerlicht
- er/sie/es habe verbürgerlicht
- wir haben verbürgerlicht
- ihr habet verbürgerlicht
- Sie haben verbürgerlicht
Konjunktiv I Futur I
- ich werde verbürgerlichen
- du werdest verbürgerlichen
- er/sie/es werde verbürgerlichen
- wir werden verbürgerlichen
- ihr werdet verbürgerlichen
- Sie werden verbürgerlichen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde verbürgerlicht haben
- du werdest verbürgerlicht haben
- er/sie/es werde verbürgerlicht haben
- wir werden verbürgerlicht haben
- ihr werdet verbürgerlicht haben
- Sie werden verbürgerlicht haben
Vervoeging van het werkwoord "verbürgerlichen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich verbürgerlichte
- du verbürgerlichtest
- er/sie/es verbürgerlichte
- wir verbürgerlichten
- ihr verbürgerlichtet
- Sie verbürgerlichten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte verbürgerlicht
- du hättest verbürgerlicht
- er/sie/es hätte verbürgerlicht
- wir hätten verbürgerlicht
- ihr hättet verbürgerlicht
- Sie hätten verbürgerlicht
Konjunktiv II Futur I
- ich würde verbürgerlichen
- du würdest verbürgerlichen
- er/sie/es würde verbürgerlichen
- wir würden verbürgerlichen
- ihr würdet verbürgerlichen
- Sie würden verbürgerlichen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde verbürgerlicht haben
- du würdest verbürgerlicht haben
- er/sie/es würde verbürgerlicht haben
- wir würden verbürgerlicht haben
- ihr würdet verbürgerlicht haben
- Sie würden verbürgerlicht haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
herabflehenhinfahrentheatralisierentrivialisierenverachtfachenverbrühenverbürgenverbürokratisierenverdampfenverhimmelnvertaktenwegheben
