Vervoeging van het werkwoord übernachten in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord übernachten in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "übernachten" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Perfekt
- ich habe übernachtet
- du hast übernachtet
- er/sie/es hat übernachtet
- wir haben übernachtet
- ihr habt übernachtet
- Sie haben übernachtet
Plusquamperfekt
- ich hatte übernachtet
- du hattest übernachtet
- er/sie/es hatte übernachtet
- wir hatten übernachtet
- ihr hattet übernachtet
- Sie hatten übernachtet
Futur I
- ich werde übernachten
- du wirst übernachten
- er/sie/es wird übernachten
- wir werden übernachten
- ihr werdet übernachten
- Sie werden übernachten
Futur II
- ich werde übernachtet haben
- du wirst übernachtet haben
- er/sie/es wird übernachtet haben
- wir werden übernachtet haben
- ihr werdet übernachtet haben
- Sie werden übernachtet haben
Vervoeging van het werkwoord "übernachten" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Vervoeging van het werkwoord "übernachten" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe übernachtet
- du habest übernachtet
- er/sie/es habe übernachtet
- wir haben übernachtet
- ihr habet übernachtet
- Sie haben übernachtet
Konjunktiv I Futur I
- ich werde übernachten
- du werdest übernachten
- er/sie/es werde übernachten
- wir werden übernachten
- ihr werdet übernachten
- Sie werden übernachten
Konjunktiv I Futur II
- ich werde übernachtet haben
- du werdest übernachtet haben
- er/sie/es werde übernachtet haben
- wir werden übernachtet haben
- ihr werdet übernachtet haben
- Sie werden übernachtet haben
Vervoeging van het werkwoord "übernachten" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte übernachtet
- du hättest übernachtet
- er/sie/es hätte übernachtet
- wir hätten übernachtet
- ihr hättet übernachtet
- Sie hätten übernachtet
Konjunktiv II Futur I
- ich würde übernachten
- du würdest übernachten
- er/sie/es würde übernachten
- wir würden übernachten
- ihr würdet übernachten
- Sie würden übernachten
Konjunktiv II Futur II
- ich würde übernachtet haben
- du würdest übernachtet haben
- er/sie/es würde übernachtet haben
- wir würden übernachtet haben
- ihr würdet übernachtet haben
- Sie würden übernachtet haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
fortführenherumtigernschnapsenschwarzhörenübereinandertürmenüberlupfenübermüdenübernächtigenüberpudernumgründenverfeindenvertrottelnzweckentfremden