Vervoeging van het werkwoord totsaufen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord totsaufen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "totsaufen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich saufe tot
  • du säufst tot
  • er/sie/es säuft tot
  • wir saufen tot
  • ihr sauft tot
  • Sie saufen tot

Perfekt

  • ich habe totgesoffen
  • du hast totgesoffen
  • er/sie/es hat totgesoffen
  • wir haben totgesoffen
  • ihr habt totgesoffen
  • Sie haben totgesoffen

Präteritum

  • ich soff tot
  • du soffst tot
  • er/sie/es soff tot
  • wir soffen tot
  • ihr sofft tot
  • Sie soffen tot

Plusquamperfekt

  • ich hatte totgesoffen
  • du hattest totgesoffen
  • er/sie/es hatte totgesoffen
  • wir hatten totgesoffen
  • ihr hattet totgesoffen
  • Sie hatten totgesoffen

Futur I

  • ich werde totsaufen
  • du wirst totsaufen
  • er/sie/es wird totsaufen
  • wir werden totsaufen
  • ihr werdet totsaufen
  • Sie werden totsaufen

Futur II

  • ich werde totgesoffen haben
  • du wirst totgesoffen haben
  • er/sie/es wird totgesoffen haben
  • wir werden totgesoffen haben
  • ihr werdet totgesoffen haben
  • Sie werden totgesoffen haben

Vervoeging van het werkwoord "totsaufen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • sauf (du) tot
  • saufen wir tot
  • sauft ihr tot
  • saufen Sie tot
  • saufe (du) tot
  • saufen wir tot
  • sauft ihr tot
  • saufen Sie tot

Infinitiv - Präsens

  • totsaufen

Infinitiv - Perfekt

  • totgesoffen haben

Partizip Präsens

  • totsaufend

Partizip Perfekt

  • totgesoffen

Vervoeging van het werkwoord "totsaufen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich saufe tot
  • du saufest tot
  • er/sie/es saufe tot
  • wir saufen tot
  • ihr saufet tot
  • Sie saufen tot

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe totgesoffen
  • du habest totgesoffen
  • er/sie/es habe totgesoffen
  • wir haben totgesoffen
  • ihr habet totgesoffen
  • Sie haben totgesoffen

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde totsaufen
  • du werdest totsaufen
  • er/sie/es werde totsaufen
  • wir werden totsaufen
  • ihr werdet totsaufen
  • Sie werden totsaufen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde totgesoffen haben
  • du werdest totgesoffen haben
  • er/sie/es werde totgesoffen haben
  • wir werden totgesoffen haben
  • ihr werdet totgesoffen haben
  • Sie werden totgesoffen haben

Vervoeging van het werkwoord "totsaufen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich söffe tot
  • du söffest tot
  • er/sie/es söffe tot
  • wir söffen tot
  • ihr söffet tot
  • Sie söffen tot
  • ich söffe tot
  • du söffst tot
  • er/sie/es söffe tot
  • wir söffen tot
  • ihr söfft tot
  • Sie söffen tot

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte totgesoffen
  • du hättest totgesoffen
  • er/sie/es hätte totgesoffen
  • wir hätten totgesoffen
  • ihr hättet totgesoffen
  • Sie hätten totgesoffen

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde totsaufen
  • du würdest totsaufen
  • er/sie/es würde totsaufen
  • wir würden totsaufen
  • ihr würdet totsaufen
  • Sie würden totsaufen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde totgesoffen haben
  • du würdest totgesoffen haben
  • er/sie/es würde totgesoffen haben
  • wir würden totgesoffen haben
  • ihr würdet totgesoffen haben
  • Sie würden totgesoffen haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: faulenherniedersenkenrussenschickentäuschentotlachentotsagentotschiessentouchierenüberführenunterfertigenverreibenzurückwollen