Vervoeging van het werkwoord subskribieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord subskribieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "subskribieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich subskribiere
- du subskribierst
- er/sie/es subskribiert
- wir subskribieren
- ihr subskribiert
- Sie subskribieren
Perfekt
- ich habe subskribiert
- du hast subskribiert
- er/sie/es hat subskribiert
- wir haben subskribiert
- ihr habt subskribiert
- Sie haben subskribiert
Präteritum
- ich subskribierte
- du subskribiertest
- er/sie/es subskribierte
- wir subskribierten
- ihr subskribiertet
- Sie subskribierten
Plusquamperfekt
- ich hatte subskribiert
- du hattest subskribiert
- er/sie/es hatte subskribiert
- wir hatten subskribiert
- ihr hattet subskribiert
- Sie hatten subskribiert
Futur I
- ich werde subskribieren
- du wirst subskribieren
- er/sie/es wird subskribieren
- wir werden subskribieren
- ihr werdet subskribieren
- Sie werden subskribieren
Futur II
- ich werde subskribiert haben
- du wirst subskribiert haben
- er/sie/es wird subskribiert haben
- wir werden subskribiert haben
- ihr werdet subskribiert haben
- Sie werden subskribiert haben
Vervoeging van het werkwoord "subskribieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- subskribiere (du)
- subskribieren wir
- subskribiert ihr
- subskribieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "subskribieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich subskribiere
- du subskribierest
- er/sie/es subskribiere
- wir subskribieren
- ihr subskribieret
- Sie subskribieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe subskribiert
- du habest subskribiert
- er/sie/es habe subskribiert
- wir haben subskribiert
- ihr habet subskribiert
- Sie haben subskribiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde subskribieren
- du werdest subskribieren
- er/sie/es werde subskribieren
- wir werden subskribieren
- ihr werdet subskribieren
- Sie werden subskribieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde subskribiert haben
- du werdest subskribiert haben
- er/sie/es werde subskribiert haben
- wir werden subskribiert haben
- ihr werdet subskribiert haben
- Sie werden subskribiert haben
Vervoeging van het werkwoord "subskribieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich subskribierte
- du subskribiertest
- er/sie/es subskribierte
- wir subskribierten
- ihr subskribiertet
- Sie subskribierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte subskribiert
- du hättest subskribiert
- er/sie/es hätte subskribiert
- wir hätten subskribiert
- ihr hättet subskribiert
- Sie hätten subskribiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde subskribieren
- du würdest subskribieren
- er/sie/es würde subskribieren
- wir würden subskribieren
- ihr würdet subskribieren
- Sie würden subskribieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde subskribiert haben
- du würdest subskribiert haben
- er/sie/es würde subskribiert haben
- wir würden subskribiert haben
- ihr würdet subskribiert haben
- Sie würden subskribiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
erstrebenheraustretenrostenrunterhauenstochernsubjektivierensubsistierensubstantivierensüffelntratzenumnachtenverläppernzurückbeziehen