Vervoeging van het werkwoord subkategorisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord subkategorisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "subkategorisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich subkategorisiere
- du subkategorisierst
- er/sie/es subkategorisiert
- wir subkategorisieren
- ihr subkategorisiert
- Sie subkategorisieren
Perfekt
- ich habe subkategorisoren
- du hast subkategorisoren
- er/sie/es hat subkategorisoren
- wir haben subkategorisoren
- ihr habt subkategorisoren
- Sie haben subkategorisoren
Präteritum
- ich subkategorisor
- du subkategorisorst
- er/sie/es subkategorisor
- wir subkategorisoren
- ihr subkategorisort
- Sie subkategorisoren
Plusquamperfekt
- ich hatte subkategorisoren
- du hattest subkategorisoren
- er/sie/es hatte subkategorisoren
- wir hatten subkategorisoren
- ihr hattet subkategorisoren
- Sie hatten subkategorisoren
Futur I
- ich werde subkategorisieren
- du wirst subkategorisieren
- er/sie/es wird subkategorisieren
- wir werden subkategorisieren
- ihr werdet subkategorisieren
- Sie werden subkategorisieren
Futur II
- ich werde subkategorisoren haben
- du wirst subkategorisoren haben
- er/sie/es wird subkategorisoren haben
- wir werden subkategorisoren haben
- ihr werdet subkategorisoren haben
- Sie werden subkategorisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "subkategorisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- subkategorisiere (du)
- subkategorisieren wir
- subkategorisiert ihr
- subkategorisieren Sie
- subkategorisier (du)
- subkategorisieren wir
- subkategorisiert ihr
- subkategorisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "subkategorisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich subkategorisiere
- du subkategorisierest
- er/sie/es subkategorisiere
- wir subkategorisieren
- ihr subkategorisieret
- Sie subkategorisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe subkategorisoren
- du habest subkategorisoren
- er/sie/es habe subkategorisoren
- wir haben subkategorisoren
- ihr habet subkategorisoren
- Sie haben subkategorisoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde subkategorisieren
- du werdest subkategorisieren
- er/sie/es werde subkategorisieren
- wir werden subkategorisieren
- ihr werdet subkategorisieren
- Sie werden subkategorisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde subkategorisoren haben
- du werdest subkategorisoren haben
- er/sie/es werde subkategorisoren haben
- wir werden subkategorisoren haben
- ihr werdet subkategorisoren haben
- Sie werden subkategorisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "subkategorisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich subkategorisöre
- du subkategorisörest
- er/sie/es subkategorisöre
- wir subkategorisören
- ihr subkategorisöret
- Sie subkategorisören
- ich subkategorisöre
- du subkategorisörst
- er/sie/es subkategorisöre
- wir subkategorisören
- ihr subkategorisört
- Sie subkategorisören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte subkategorisoren
- du hättest subkategorisoren
- er/sie/es hätte subkategorisoren
- wir hätten subkategorisoren
- ihr hättet subkategorisoren
- Sie hätten subkategorisoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde subkategorisieren
- du würdest subkategorisieren
- er/sie/es würde subkategorisieren
- wir würden subkategorisieren
- ihr würdet subkategorisieren
- Sie würden subkategorisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde subkategorisoren haben
- du würdest subkategorisoren haben
- er/sie/es würde subkategorisoren haben
- wir würden subkategorisoren haben
- ihr würdet subkategorisoren haben
- Sie würden subkategorisoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
ersteigenherausstürzenrollierenrunterfallenstimmenstupsensubjektivierensubklassifizierensubtrahierentranszendierenummalenverlagernzurückbeordern