Vervoeging van het werkwoord sterilisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord sterilisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "sterilisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich sterilisiere
- du sterilisierst
- er/sie/es sterilisiert
- wir sterilisieren
- ihr sterilisiert
- Sie sterilisieren
Perfekt
- ich habe sterilisiert
- du hast sterilisiert
- er/sie/es hat sterilisiert
- wir haben sterilisiert
- ihr habt sterilisiert
- Sie haben sterilisiert
Präteritum
- ich sterilisierte
- du sterilisiertest
- er/sie/es sterilisierte
- wir sterilisierten
- ihr sterilisiertet
- Sie sterilisierten
Plusquamperfekt
- ich hatte sterilisiert
- du hattest sterilisiert
- er/sie/es hatte sterilisiert
- wir hatten sterilisiert
- ihr hattet sterilisiert
- Sie hatten sterilisiert
Futur I
- ich werde sterilisieren
- du wirst sterilisieren
- er/sie/es wird sterilisieren
- wir werden sterilisieren
- ihr werdet sterilisieren
- Sie werden sterilisieren
Futur II
- ich werde sterilisiert haben
- du wirst sterilisiert haben
- er/sie/es wird sterilisiert haben
- wir werden sterilisiert haben
- ihr werdet sterilisiert haben
- Sie werden sterilisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "sterilisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- sterilisiere (du)
- sterilisieren wir
- sterilisiert ihr
- sterilisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "sterilisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich sterilisiere
- du sterilisierest
- er/sie/es sterilisiere
- wir sterilisieren
- ihr sterilisieret
- Sie sterilisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe sterilisiert
- du habest sterilisiert
- er/sie/es habe sterilisiert
- wir haben sterilisiert
- ihr habet sterilisiert
- Sie haben sterilisiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde sterilisieren
- du werdest sterilisieren
- er/sie/es werde sterilisieren
- wir werden sterilisieren
- ihr werdet sterilisieren
- Sie werden sterilisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde sterilisiert haben
- du werdest sterilisiert haben
- er/sie/es werde sterilisiert haben
- wir werden sterilisiert haben
- ihr werdet sterilisiert haben
- Sie werden sterilisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "sterilisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich sterilisierte
- du sterilisiertest
- er/sie/es sterilisierte
- wir sterilisierten
- ihr sterilisiertet
- Sie sterilisierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte sterilisiert
- du hättest sterilisiert
- er/sie/es hätte sterilisiert
- wir hätten sterilisiert
- ihr hättet sterilisiert
- Sie hätten sterilisiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde sterilisieren
- du würdest sterilisieren
- er/sie/es würde sterilisieren
- wir würden sterilisieren
- ihr würdet sterilisieren
- Sie würden sterilisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde sterilisiert haben
- du würdest sterilisiert haben
- er/sie/es würde sterilisiert haben
- wir würden sterilisiert haben
- ihr würdet sterilisiert haben
- Sie würden sterilisiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
erlangenherauskennenrenommierenrückbauenspottenstemmensterbensteuernstiftengehenterrassierenumgaukelnverjazzenzugutekommen