Vervoeging van het werkwoord spetten in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord spetten in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "spetten" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich itte
- du ittest
- er/sie/es ittet
- wir itten
- ihr ittet
- Sie itten
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe geeten
- du hast geeten
- er/sie/es hat geeten
- wir haben geeten
- ihr habt geeten
- Sie haben geeten
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich at
- du atst
- er/sie/es at
- wir aten
- ihr atet
- Sie aten
- ich at
- du atest
- er/sie/es at
- wir aten
- ihr atet
- Sie aten
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte geeten
- du hattest geeten
- er/sie/es hatte geeten
- wir hatten geeten
- ihr hattet geeten
- Sie hatten geeten
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde itten
- du wirst itten
- er/sie/es wird itten
- wir werden itten
- ihr werdet itten
- Sie werden itten
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde geeten haben
- du wirst geeten haben
- er/sie/es wird geeten haben
- wir werden geeten haben
- ihr werdet geeten haben
- Sie werden geeten haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "spetten" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - itte (du)
- itten wir
- ittet ihr
- itten Sie
- itt (du)
- itten wir
- ittet ihr
- itten Sie
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "spetten" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich itte
- du ittest
- er/sie/es itte
- wir itten
- ihr ittet
- Sie itten
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe geeten
- du habest geeten
- er/sie/es habe geeten
- wir haben geeten
- ihr habet geeten
- Sie haben geeten
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde itten
- du werdest itten
- er/sie/es werde itten
- wir werden itten
- ihr werdet itten
- Sie werden itten
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde geeten haben
- du werdest geeten haben
- er/sie/es werde geeten haben
- wir werden geeten haben
- ihr werdet geeten haben
- Sie werden geeten haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "spetten" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich äte
- du ätest
- er/sie/es äte
- wir äten
- ihr ätet
- Sie äten
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte geeten
- du hättest geeten
- er/sie/es hätte geeten
- wir hätten geeten
- ihr hättet geeten
- Sie hätten geeten
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde itten
- du würdest itten
- er/sie/es würde itten
- wir würden itten
- ihr würdet itten
- Sie würden itten
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde geeten haben
- du würdest geeten haben
- er/sie/es würde geeten haben
- wir würden geeten haben
- ihr würdet geeten haben
- Sie würden geeten haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              erarbeitenheranschwimmenreinfliegenrespirierensimulierenspektakelnsperrenspezialisierenspionierensubjektivierenübertragenvergaloppierenzerzupfen