Vervoeging van het werkwoord soziieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord soziieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "soziieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich soziiere
  • du soziierst
  • er/sie/es soziiert
  • wir soziieren
  • ihr soziiert
  • Sie soziieren

Perfekt

  • ich habe sozioren
  • du hast sozioren
  • er/sie/es hat sozioren
  • wir haben sozioren
  • ihr habt sozioren
  • Sie haben sozioren

Präteritum

  • ich sozior
  • du soziorst
  • er/sie/es sozior
  • wir sozioren
  • ihr soziort
  • Sie sozioren

Plusquamperfekt

  • ich hatte sozioren
  • du hattest sozioren
  • er/sie/es hatte sozioren
  • wir hatten sozioren
  • ihr hattet sozioren
  • Sie hatten sozioren

Futur I

  • ich werde soziieren
  • du wirst soziieren
  • er/sie/es wird soziieren
  • wir werden soziieren
  • ihr werdet soziieren
  • Sie werden soziieren

Futur II

  • ich werde sozioren haben
  • du wirst sozioren haben
  • er/sie/es wird sozioren haben
  • wir werden sozioren haben
  • ihr werdet sozioren haben
  • Sie werden sozioren haben

Vervoeging van het werkwoord "soziieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • soziiere (du)
  • soziieren wir
  • soziiert ihr
  • soziieren Sie
  • soziier (du)
  • soziieren wir
  • soziiert ihr
  • soziieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • soziieren

Infinitiv - Perfekt

  • sozioren haben

Partizip Präsens

  • soziierend

Partizip Perfekt

  • sozioren

Vervoeging van het werkwoord "soziieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich soziiere
  • du soziierest
  • er/sie/es soziiere
  • wir soziieren
  • ihr soziieret
  • Sie soziieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe sozioren
  • du habest sozioren
  • er/sie/es habe sozioren
  • wir haben sozioren
  • ihr habet sozioren
  • Sie haben sozioren

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde soziieren
  • du werdest soziieren
  • er/sie/es werde soziieren
  • wir werden soziieren
  • ihr werdet soziieren
  • Sie werden soziieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde sozioren haben
  • du werdest sozioren haben
  • er/sie/es werde sozioren haben
  • wir werden sozioren haben
  • ihr werdet sozioren haben
  • Sie werden sozioren haben

Vervoeging van het werkwoord "soziieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich soziöre
  • du soziörest
  • er/sie/es soziöre
  • wir soziören
  • ihr soziöret
  • Sie soziören
  • ich soziöre
  • du soziörst
  • er/sie/es soziöre
  • wir soziören
  • ihr soziört
  • Sie soziören

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte sozioren
  • du hättest sozioren
  • er/sie/es hätte sozioren
  • wir hätten sozioren
  • ihr hättet sozioren
  • Sie hätten sozioren

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde soziieren
  • du würdest soziieren
  • er/sie/es würde soziieren
  • wir würden soziieren
  • ihr würdet soziieren
  • Sie würden soziieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde sozioren haben
  • du würdest sozioren haben
  • er/sie/es würde sozioren haben
  • wir würden sozioren haben
  • ihr würdet sozioren haben
  • Sie würden sozioren haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: entwendenheraneilenrefinanzierenrenaturierensequestrierensorgensozialisierenspachtelnspassenstreuenüberspitzenverfinsternzersiedeln