Vervoeging van het werkwoord sonnenbaden in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord sonnenbaden in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "sonnenbaden" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

Perfekt

  • ich habe sonnengebadet
  • du hast sonnengebadet
  • er/sie/es hat sonnengebadet
  • wir haben sonnengebadet
  • ihr habt sonnengebadet
  • Sie haben sonnengebadet

Präteritum

Plusquamperfekt

  • ich hatte sonnengebadet
  • du hattest sonnengebadet
  • er/sie/es hatte sonnengebadet
  • wir hatten sonnengebadet
  • ihr hattet sonnengebadet
  • Sie hatten sonnengebadet

Futur I

  • ich werde sonnenbaden
  • du wirst sonnenbaden
  • er/sie/es wird sonnenbaden
  • wir werden sonnenbaden
  • ihr werdet sonnenbaden
  • Sie werden sonnenbaden

Futur II

  • ich werde sonnengebadet haben
  • du wirst sonnengebadet haben
  • er/sie/es wird sonnengebadet haben
  • wir werden sonnengebadet haben
  • ihr werdet sonnengebadet haben
  • Sie werden sonnengebadet haben

Vervoeging van het werkwoord "sonnenbaden" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

Infinitiv - Präsens

  • sonnenbaden

Infinitiv - Perfekt

  • sonnengebadet haben

Partizip Präsens

  • sonnenbadend

Partizip Perfekt

  • sonnengebadet

Vervoeging van het werkwoord "sonnenbaden" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe sonnengebadet
  • du habest sonnengebadet
  • er/sie/es habe sonnengebadet
  • wir haben sonnengebadet
  • ihr habet sonnengebadet
  • Sie haben sonnengebadet

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde sonnenbaden
  • du werdest sonnenbaden
  • er/sie/es werde sonnenbaden
  • wir werden sonnenbaden
  • ihr werdet sonnenbaden
  • Sie werden sonnenbaden

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde sonnengebadet haben
  • du werdest sonnengebadet haben
  • er/sie/es werde sonnengebadet haben
  • wir werden sonnengebadet haben
  • ihr werdet sonnengebadet haben
  • Sie werden sonnengebadet haben

Vervoeging van het werkwoord "sonnenbaden" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte sonnengebadet
  • du hättest sonnengebadet
  • er/sie/es hätte sonnengebadet
  • wir hätten sonnengebadet
  • ihr hättet sonnengebadet
  • Sie hätten sonnengebadet

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde sonnenbaden
  • du würdest sonnenbaden
  • er/sie/es würde sonnenbaden
  • wir würden sonnenbaden
  • ihr würdet sonnenbaden
  • Sie würden sonnenbaden

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde sonnengebadet haben
  • du würdest sonnengebadet haben
  • er/sie/es würde sonnengebadet haben
  • wir würden sonnengebadet haben
  • ihr würdet sonnengebadet haben
  • Sie würden sonnengebadet haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: entwachsenheranblühenrediskontierenremilitarisierensengensollensonnensorgenspähenstreichelnübersetzenverfemenzerschmelzen