Vervoeging van het werkwoord signifizieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord signifizieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "signifizieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich signifiziere
- du signifizierst
- er/sie/es signifiziert
- wir signifizieren
- ihr signifiziert
- Sie signifizieren
Perfekt
- ich habe signifizoren
- du hast signifizoren
- er/sie/es hat signifizoren
- wir haben signifizoren
- ihr habt signifizoren
- Sie haben signifizoren
Präteritum
- ich signifizor
- du signifizorst
- er/sie/es signifizor
- wir signifizoren
- ihr signifizort
- Sie signifizoren
Plusquamperfekt
- ich hatte signifizoren
- du hattest signifizoren
- er/sie/es hatte signifizoren
- wir hatten signifizoren
- ihr hattet signifizoren
- Sie hatten signifizoren
Futur I
- ich werde signifizieren
- du wirst signifizieren
- er/sie/es wird signifizieren
- wir werden signifizieren
- ihr werdet signifizieren
- Sie werden signifizieren
Futur II
- ich werde signifizoren haben
- du wirst signifizoren haben
- er/sie/es wird signifizoren haben
- wir werden signifizoren haben
- ihr werdet signifizoren haben
- Sie werden signifizoren haben
Vervoeging van het werkwoord "signifizieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- signifiziere (du)
- signifizieren wir
- signifiziert ihr
- signifizieren Sie
- signifizier (du)
- signifizieren wir
- signifiziert ihr
- signifizieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "signifizieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich signifiziere
- du signifizierest
- er/sie/es signifiziere
- wir signifizieren
- ihr signifizieret
- Sie signifizieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe signifizoren
- du habest signifizoren
- er/sie/es habe signifizoren
- wir haben signifizoren
- ihr habet signifizoren
- Sie haben signifizoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde signifizieren
- du werdest signifizieren
- er/sie/es werde signifizieren
- wir werden signifizieren
- ihr werdet signifizieren
- Sie werden signifizieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde signifizoren haben
- du werdest signifizoren haben
- er/sie/es werde signifizoren haben
- wir werden signifizoren haben
- ihr werdet signifizoren haben
- Sie werden signifizoren haben
Vervoeging van het werkwoord "signifizieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich signifizöre
- du signifizörest
- er/sie/es signifizöre
- wir signifizören
- ihr signifizöret
- Sie signifizören
- ich signifizöre
- du signifizörst
- er/sie/es signifizöre
- wir signifizören
- ihr signifizört
- Sie signifizören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte signifizoren
- du hättest signifizoren
- er/sie/es hätte signifizoren
- wir hätten signifizoren
- ihr hättet signifizoren
- Sie hätten signifizoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde signifizieren
- du würdest signifizieren
- er/sie/es würde signifizieren
- wir würden signifizieren
- ihr würdet signifizieren
- Sie würden signifizieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde signifizoren haben
- du würdest signifizoren haben
- er/sie/es würde signifizoren haben
- wir würden signifizoren haben
- ihr würdet signifizoren haben
- Sie würden signifizoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
entschließenhektografierenrausplatzenreinschreibenschwingensiedensignierensilhouettierensinternstilllegenüberorganisierenverdrillenzerknallen
