Vervoeging van het werkwoord siegen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord siegen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "siegen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich siege
- du siegst
- er/sie/es siegt
- wir siegen
- ihr siegt
- Sie siegen
Perfekt
- ich habe gesiegt
- du hast gesiegt
- er/sie/es hat gesiegt
- wir haben gesiegt
- ihr habt gesiegt
- Sie haben gesiegt
Präteritum
- ich siegte
- du siegtest
- er/sie/es siegte
- wir siegten
- ihr siegtet
- Sie siegten
Plusquamperfekt
- ich hatte gesiegt
- du hattest gesiegt
- er/sie/es hatte gesiegt
- wir hatten gesiegt
- ihr hattet gesiegt
- Sie hatten gesiegt
Futur I
- ich werde siegen
- du wirst siegen
- er/sie/es wird siegen
- wir werden siegen
- ihr werdet siegen
- Sie werden siegen
Futur II
- ich werde gesiegt haben
- du wirst gesiegt haben
- er/sie/es wird gesiegt haben
- wir werden gesiegt haben
- ihr werdet gesiegt haben
- Sie werden gesiegt haben
Vervoeging van het werkwoord "siegen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- siege (du)
- siegen wir
- siegt ihr
- siegen Sie
Vervoeging van het werkwoord "siegen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich siege
- du siegest
- er/sie/es siege
- wir siegen
- ihr sieget
- Sie siegen
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe gesiegt
- du habest gesiegt
- er/sie/es habe gesiegt
- wir haben gesiegt
- ihr habet gesiegt
- Sie haben gesiegt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde siegen
- du werdest siegen
- er/sie/es werde siegen
- wir werden siegen
- ihr werdet siegen
- Sie werden siegen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde gesiegt haben
- du werdest gesiegt haben
- er/sie/es werde gesiegt haben
- wir werden gesiegt haben
- ihr werdet gesiegt haben
- Sie werden gesiegt haben
Vervoeging van het werkwoord "siegen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich siegte
- du siegtest
- er/sie/es siegte
- wir siegten
- ihr siegtet
- Sie siegten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte gesiegt
- du hättest gesiegt
- er/sie/es hätte gesiegt
- wir hätten gesiegt
- ihr hättet gesiegt
- Sie hätten gesiegt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde siegen
- du würdest siegen
- er/sie/es würde siegen
- wir würden siegen
- ihr würdet siegen
- Sie würden siegen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde gesiegt haben
- du würdest gesiegt haben
- er/sie/es würde gesiegt haben
- wir würden gesiegt haben
- ihr würdet gesiegt haben
- Sie würden gesiegt haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
entschlagenheischenrausmachenreinschlagenschwertunsickensiegelnsielensimulierenstigmatisierenübernachtenverdrehenzerklirren