Vervoeging van het werkwoord sichern in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord sichern in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "sichern" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich sichere
- du sicherst
- er/sie/es sichert
- wir sichern
- ihr sichert
- Sie sichern
Perfekt
- ich habe gesichert
- du hast gesichert
- er/sie/es hat gesichert
- wir haben gesichert
- ihr habt gesichert
- Sie haben gesichert
Präteritum
- ich sicherte
- du sichertest
- er/sie/es sicherte
- wir sicherten
- ihr sichertet
- Sie sicherten
Plusquamperfekt
- ich hatte gesichert
- du hattest gesichert
- er/sie/es hatte gesichert
- wir hatten gesichert
- ihr hattet gesichert
- Sie hatten gesichert
Futur I
- ich werde sichern
- du wirst sichern
- er/sie/es wird sichern
- wir werden sichern
- ihr werdet sichern
- Sie werden sichern
Futur II
- ich werde gesichert haben
- du wirst gesichert haben
- er/sie/es wird gesichert haben
- wir werden gesichert haben
- ihr werdet gesichert haben
- Sie werden gesichert haben
Vervoeging van het werkwoord "sichern" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- sichere (du)
- sichern wir
- sichert ihr
- sichern Sie
Vervoeging van het werkwoord "sichern" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich sichere
- du sicherest
- er/sie/es sichere
- wir sichern
- ihr sichert
- Sie sichern
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe gesichert
- du habest gesichert
- er/sie/es habe gesichert
- wir haben gesichert
- ihr habet gesichert
- Sie haben gesichert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde sichern
- du werdest sichern
- er/sie/es werde sichern
- wir werden sichern
- ihr werdet sichern
- Sie werden sichern
Konjunktiv I Futur II
- ich werde gesichert haben
- du werdest gesichert haben
- er/sie/es werde gesichert haben
- wir werden gesichert haben
- ihr werdet gesichert haben
- Sie werden gesichert haben
Vervoeging van het werkwoord "sichern" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich sicherte
- du sichertest
- er/sie/es sicherte
- wir sicherten
- ihr sichertet
- Sie sicherten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte gesichert
- du hättest gesichert
- er/sie/es hätte gesichert
- wir hätten gesichert
- ihr hättet gesichert
- Sie hätten gesichert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde sichern
- du würdest sichern
- er/sie/es würde sichern
- wir würden sichern
- ihr würdet sichern
- Sie würden sichern
Konjunktiv II Futur II
- ich würde gesichert haben
- du würdest gesichert haben
- er/sie/es würde gesichert haben
- wir würden gesichert haben
- ihr würdet gesichert haben
- Sie würden gesichert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
entsaftenheimreisenrauskickenreinrasselnschwelensexualisierensichergehensicherstellensiegensteuernüberliefernverdinglichenzerfräsen