Vervoeging van het werkwoord schutzimpfen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord schutzimpfen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "schutzimpfen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich impfe schutz
- du impfst schutz
- er/sie/es impft schutz
- wir impfen schutz
- ihr impft schutz
- Sie impfen schutz
Perfekt
- ich habe schutzgeimpft
- du hast schutzgeimpft
- er/sie/es hat schutzgeimpft
- wir haben schutzgeimpft
- ihr habt schutzgeimpft
- Sie haben schutzgeimpft
Präteritum
- ich impfte schutz
- du impftest schutz
- er/sie/es impfte schutz
- wir impften schutz
- ihr impftet schutz
- Sie impften schutz
Plusquamperfekt
- ich hatte schutzgeimpft
- du hattest schutzgeimpft
- er/sie/es hatte schutzgeimpft
- wir hatten schutzgeimpft
- ihr hattet schutzgeimpft
- Sie hatten schutzgeimpft
Futur I
- ich werde schutzimpfen
- du wirst schutzimpfen
- er/sie/es wird schutzimpfen
- wir werden schutzimpfen
- ihr werdet schutzimpfen
- Sie werden schutzimpfen
Futur II
- ich werde schutzgeimpft haben
- du wirst schutzgeimpft haben
- er/sie/es wird schutzgeimpft haben
- wir werden schutzgeimpft haben
- ihr werdet schutzgeimpft haben
- Sie werden schutzgeimpft haben
Vervoeging van het werkwoord "schutzimpfen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- impfe (du) schutz
- impfen wir schutz
- impft ihr schutz
- impfen Sie schutz
Vervoeging van het werkwoord "schutzimpfen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich impfe schutz
- du impfest schutz
- er/sie/es impfe schutz
- wir impfen schutz
- ihr impfet schutz
- Sie impfen schutz
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe schutzgeimpft
- du habest schutzgeimpft
- er/sie/es habe schutzgeimpft
- wir haben schutzgeimpft
- ihr habet schutzgeimpft
- Sie haben schutzgeimpft
Konjunktiv I Futur I
- ich werde schutzimpfen
- du werdest schutzimpfen
- er/sie/es werde schutzimpfen
- wir werden schutzimpfen
- ihr werdet schutzimpfen
- Sie werden schutzimpfen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde schutzgeimpft haben
- du werdest schutzgeimpft haben
- er/sie/es werde schutzgeimpft haben
- wir werden schutzgeimpft haben
- ihr werdet schutzgeimpft haben
- Sie werden schutzgeimpft haben
Vervoeging van het werkwoord "schutzimpfen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich impfte schutz
- du impftest schutz
- er/sie/es impfte schutz
- wir impften schutz
- ihr impftet schutz
- Sie impften schutz
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte schutzgeimpft
- du hättest schutzgeimpft
- er/sie/es hätte schutzgeimpft
- wir hätten schutzgeimpft
- ihr hättet schutzgeimpft
- Sie hätten schutzgeimpft
Konjunktiv II Futur I
- ich würde schutzimpfen
- du würdest schutzimpfen
- er/sie/es würde schutzimpfen
- wir würden schutzimpfen
- ihr würdet schutzimpfen
- Sie würden schutzimpfen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde schutzgeimpft haben
- du würdest schutzgeimpft haben
- er/sie/es würde schutzgeimpft haben
- wir würden schutzgeimpft haben
- ihr würdet schutzgeimpft haben
- Sie würden schutzgeimpft haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
entgrätenguthabenquillenräuspernschnopernschürzenschützenschwabbelnschwallenspechtelnüberbackenvagierenwildeln
