Vervoeging van het werkwoord resorbieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord resorbieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "resorbieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich resorbiere
- du resorbierst
- er/sie/es resorbiert
- wir resorbieren
- ihr resorbiert
- Sie resorbieren
Perfekt
- ich habe resorbiert
- du hast resorbiert
- er/sie/es hat resorbiert
- wir haben resorbiert
- ihr habt resorbiert
- Sie haben resorbiert
Präteritum
- ich resorbierte
- du resorbiertest
- er/sie/es resorbierte
- wir resorbierten
- ihr resorbiertet
- Sie resorbierten
Plusquamperfekt
- ich hatte resorbiert
- du hattest resorbiert
- er/sie/es hatte resorbiert
- wir hatten resorbiert
- ihr hattet resorbiert
- Sie hatten resorbiert
Futur I
- ich werde resorbieren
- du wirst resorbieren
- er/sie/es wird resorbieren
- wir werden resorbieren
- ihr werdet resorbieren
- Sie werden resorbieren
Futur II
- ich werde resorbiert haben
- du wirst resorbiert haben
- er/sie/es wird resorbiert haben
- wir werden resorbiert haben
- ihr werdet resorbiert haben
- Sie werden resorbiert haben
Vervoeging van het werkwoord "resorbieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- resorbiere (du)
- resorbieren wir
- resorbiert ihr
- resorbieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "resorbieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich resorbiere
- du resorbierest
- er/sie/es resorbiere
- wir resorbieren
- ihr resorbieret
- Sie resorbieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe resorbiert
- du habest resorbiert
- er/sie/es habe resorbiert
- wir haben resorbiert
- ihr habet resorbiert
- Sie haben resorbiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde resorbieren
- du werdest resorbieren
- er/sie/es werde resorbieren
- wir werden resorbieren
- ihr werdet resorbieren
- Sie werden resorbieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde resorbiert haben
- du werdest resorbiert haben
- er/sie/es werde resorbiert haben
- wir werden resorbiert haben
- ihr werdet resorbiert haben
- Sie werden resorbiert haben
Vervoeging van het werkwoord "resorbieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich resorbierte
- du resorbiertest
- er/sie/es resorbierte
- wir resorbierten
- ihr resorbiertet
- Sie resorbierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte resorbiert
- du hättest resorbiert
- er/sie/es hätte resorbiert
- wir hätten resorbiert
- ihr hättet resorbiert
- Sie hätten resorbiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde resorbieren
- du würdest resorbieren
- er/sie/es würde resorbieren
- wir würden resorbieren
- ihr würdet resorbieren
- Sie würden resorbieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde resorbiert haben
- du würdest resorbiert haben
- er/sie/es würde resorbiert haben
- wir würden resorbiert haben
- ihr würdet resorbiert haben
- Sie würden resorbiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
eindrückenfintierennasalierennottunreinsehenresettenresonierenresozialisierenresultierenrundgehensetzenlassenüberfließenvorüberlassenzusammenschnorren