Vervoeging van het werkwoord remilitarisieren in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord remilitarisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "remilitarisieren" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich remilitarisiere
- du remilitarisierst
- er/sie/es remilitarisiert
- wir remilitarisieren
- ihr remilitarisiert
- Sie remilitarisieren
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe remilitarisiert
- du hast remilitarisiert
- er/sie/es hat remilitarisiert
- wir haben remilitarisiert
- ihr habt remilitarisiert
- Sie haben remilitarisiert
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich remilitarisierte
- du remilitarisiertest
- er/sie/es remilitarisierte
- wir remilitarisierten
- ihr remilitarisiertet
- Sie remilitarisierten
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte remilitarisiert
- du hattest remilitarisiert
- er/sie/es hatte remilitarisiert
- wir hatten remilitarisiert
- ihr hattet remilitarisiert
- Sie hatten remilitarisiert
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde remilitarisieren
- du wirst remilitarisieren
- er/sie/es wird remilitarisieren
- wir werden remilitarisieren
- ihr werdet remilitarisieren
- Sie werden remilitarisieren
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde remilitarisiert haben
- du wirst remilitarisiert haben
- er/sie/es wird remilitarisiert haben
- wir werden remilitarisiert haben
- ihr werdet remilitarisiert haben
- Sie werden remilitarisiert haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "remilitarisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - remilitarisiere (du)
- remilitarisieren wir
- remilitarisiert ihr
- remilitarisieren Sie
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "remilitarisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich remilitarisiere
- du remilitarisierest
- er/sie/es remilitarisiere
- wir remilitarisieren
- ihr remilitarisieret
- Sie remilitarisieren
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe remilitarisiert
- du habest remilitarisiert
- er/sie/es habe remilitarisiert
- wir haben remilitarisiert
- ihr habet remilitarisiert
- Sie haben remilitarisiert
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde remilitarisieren
- du werdest remilitarisieren
- er/sie/es werde remilitarisieren
- wir werden remilitarisieren
- ihr werdet remilitarisieren
- Sie werden remilitarisieren
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde remilitarisiert haben
- du werdest remilitarisiert haben
- er/sie/es werde remilitarisiert haben
- wir werden remilitarisiert haben
- ihr werdet remilitarisiert haben
- Sie werden remilitarisiert haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "remilitarisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich remilitarisierte
- du remilitarisiertest
- er/sie/es remilitarisierte
- wir remilitarisierten
- ihr remilitarisiertet
- Sie remilitarisierten
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte remilitarisiert
- du hättest remilitarisiert
- er/sie/es hätte remilitarisiert
- wir hätten remilitarisiert
- ihr hättet remilitarisiert
- Sie hätten remilitarisiert
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde remilitarisieren
- du würdest remilitarisieren
- er/sie/es würde remilitarisieren
- wir würden remilitarisieren
- ihr würdet remilitarisieren
- Sie würden remilitarisieren
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde remilitarisiert haben
- du würdest remilitarisiert haben
- er/sie/es würde remilitarisiert haben
- wir würden remilitarisiert haben
- ihr würdet remilitarisiert haben
- Sie würden remilitarisiert haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              einblendenfesttretennachweisenniedertretenreinkarnierenrelativierenremboursierenremisierenrennenseifenüberbuchenvorspannenzusammenlügen