Vervoeging van het werkwoord reintegrieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord reintegrieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "reintegrieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich tegriere rein
  • du tegrierst rein
  • er/sie/es tegriert rein
  • wir tegrieren rein
  • ihr tegriert rein
  • Sie tegrieren rein

Perfekt

  • ich habe reintegroren
  • du hast reintegroren
  • er/sie/es hat reintegroren
  • wir haben reintegroren
  • ihr habt reintegroren
  • Sie haben reintegroren

Präteritum

  • ich tegror rein
  • du tegrorst rein
  • er/sie/es tegror rein
  • wir tegroren rein
  • ihr tegrort rein
  • Sie tegroren rein

Plusquamperfekt

  • ich hatte reintegroren
  • du hattest reintegroren
  • er/sie/es hatte reintegroren
  • wir hatten reintegroren
  • ihr hattet reintegroren
  • Sie hatten reintegroren

Futur I

  • ich werde reintegrieren
  • du wirst reintegrieren
  • er/sie/es wird reintegrieren
  • wir werden reintegrieren
  • ihr werdet reintegrieren
  • Sie werden reintegrieren

Futur II

  • ich werde reintegroren haben
  • du wirst reintegroren haben
  • er/sie/es wird reintegroren haben
  • wir werden reintegroren haben
  • ihr werdet reintegroren haben
  • Sie werden reintegroren haben

Vervoeging van het werkwoord "reintegrieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • tegriere (du) rein
  • tegrieren wir rein
  • tegriert ihr rein
  • tegrieren Sie rein
  • tegrier (du) rein
  • tegrieren wir rein
  • tegriert ihr rein
  • tegrieren Sie rein

Infinitiv - Präsens

  • reintegrieren

Infinitiv - Perfekt

  • reintegroren haben

Partizip Präsens

  • reintegrierend

Partizip Perfekt

  • reintegroren

Vervoeging van het werkwoord "reintegrieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich tegriere rein
  • du tegrierest rein
  • er/sie/es tegriere rein
  • wir tegrieren rein
  • ihr tegrieret rein
  • Sie tegrieren rein

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe reintegroren
  • du habest reintegroren
  • er/sie/es habe reintegroren
  • wir haben reintegroren
  • ihr habet reintegroren
  • Sie haben reintegroren

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde reintegrieren
  • du werdest reintegrieren
  • er/sie/es werde reintegrieren
  • wir werden reintegrieren
  • ihr werdet reintegrieren
  • Sie werden reintegrieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde reintegroren haben
  • du werdest reintegroren haben
  • er/sie/es werde reintegroren haben
  • wir werden reintegroren haben
  • ihr werdet reintegroren haben
  • Sie werden reintegroren haben

Vervoeging van het werkwoord "reintegrieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich tegröre rein
  • du tegrörest rein
  • er/sie/es tegröre rein
  • wir tegrören rein
  • ihr tegröret rein
  • Sie tegrören rein
  • ich tegröre rein
  • du tegrörst rein
  • er/sie/es tegröre rein
  • wir tegrören rein
  • ihr tegrört rein
  • Sie tegrören rein

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte reintegroren
  • du hättest reintegroren
  • er/sie/es hätte reintegroren
  • wir hätten reintegroren
  • ihr hättet reintegroren
  • Sie hätten reintegroren

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde reintegrieren
  • du würdest reintegrieren
  • er/sie/es würde reintegrieren
  • wir würden reintegrieren
  • ihr würdet reintegrieren
  • Sie würden reintegrieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde reintegroren haben
  • du würdest reintegroren haben
  • er/sie/es würde reintegroren haben
  • wir würden reintegroren haben
  • ihr würdet reintegroren haben
  • Sie würden reintegroren haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: effektuierenfestfrierennachspielenniederkauernregierenreinspielenreinstopfenreintragenreinwollenrudernschwelgentwistenvorpreschenzusammenhängen