Vervoeging van het werkwoord recyceln in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord recyceln in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "recyceln" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich recycle
  • du recycelst
  • er/sie/es recycelt
  • wir recyceln
  • ihr recycelt
  • Sie recyceln
  • ich recycele
  • du recycelst
  • er/sie/es recycelt
  • wir recyceln
  • ihr recycelt
  • Sie recyceln

Perfekt

  • ich habe gerecycelt
  • du hast gerecycelt
  • er/sie/es hat gerecycelt
  • wir haben gerecycelt
  • ihr habt gerecycelt
  • Sie haben gerecycelt

Präteritum

  • ich recycelte
  • du recyceltest
  • er/sie/es recycelte
  • wir recycelten
  • ihr recyceltet
  • Sie recycelten

Plusquamperfekt

  • ich hatte gerecycelt
  • du hattest gerecycelt
  • er/sie/es hatte gerecycelt
  • wir hatten gerecycelt
  • ihr hattet gerecycelt
  • Sie hatten gerecycelt

Futur I

  • ich werde recyceln
  • du wirst recyceln
  • er/sie/es wird recyceln
  • wir werden recyceln
  • ihr werdet recyceln
  • Sie werden recyceln

Futur II

  • ich werde gerecycelt haben
  • du wirst gerecycelt haben
  • er/sie/es wird gerecycelt haben
  • wir werden gerecycelt haben
  • ihr werdet gerecycelt haben
  • Sie werden gerecycelt haben

Vervoeging van het werkwoord "recyceln" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • recycle (du)
  • recyceln wir
  • recycelt ihr
  • recyceln Sie

Infinitiv - Präsens

  • recyceln

Infinitiv - Perfekt

  • gerecycelt haben

Partizip Präsens

  • recycelnd

Partizip Perfekt

  • gerecycelt

Vervoeging van het werkwoord "recyceln" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich recycle
  • du recyclest
  • er/sie/es recycle
  • wir recyclen
  • ihr recyclet
  • Sie recyclen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe gerecycelt
  • du habest gerecycelt
  • er/sie/es habe gerecycelt
  • wir haben gerecycelt
  • ihr habet gerecycelt
  • Sie haben gerecycelt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde recyceln
  • du werdest recyceln
  • er/sie/es werde recyceln
  • wir werden recyceln
  • ihr werdet recyceln
  • Sie werden recyceln

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde gerecycelt haben
  • du werdest gerecycelt haben
  • er/sie/es werde gerecycelt haben
  • wir werden gerecycelt haben
  • ihr werdet gerecycelt haben
  • Sie werden gerecycelt haben

Vervoeging van het werkwoord "recyceln" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich recycelte
  • du recyceltest
  • er/sie/es recycelte
  • wir recycelten
  • ihr recyceltet
  • Sie recycelten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte gerecycelt
  • du hättest gerecycelt
  • er/sie/es hätte gerecycelt
  • wir hätten gerecycelt
  • ihr hättet gerecycelt
  • Sie hätten gerecycelt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde recyceln
  • du würdest recyceln
  • er/sie/es würde recyceln
  • wir würden recyceln
  • ihr würdet recyceln
  • Sie würden recyceln

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde gerecycelt haben
  • du würdest gerecycelt haben
  • er/sie/es würde gerecycelt haben
  • wir würden gerecycelt haben
  • ihr würdet gerecycelt haben
  • Sie würden gerecycelt haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: durchsehenfallenlassennachfragennachwaschenrausbringenrechnenreckenredenreffenrezidivierenschönrechnentränkenvorbeizwängenzurückschreiten