Vervoeging van het werkwoord rebellieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord rebellieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "rebellieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich rebelliere
- du rebellierst
- er/sie/es rebelliert
- wir rebellieren
- ihr rebelliert
- Sie rebellieren
Perfekt
- ich habe rebelliert
- du hast rebelliert
- er/sie/es hat rebelliert
- wir haben rebelliert
- ihr habt rebelliert
- Sie haben rebelliert
Präteritum
- ich rebellierte
- du rebelliertest
- er/sie/es rebellierte
- wir rebellierten
- ihr rebelliertet
- Sie rebellierten
Plusquamperfekt
- ich hatte rebelliert
- du hattest rebelliert
- er/sie/es hatte rebelliert
- wir hatten rebelliert
- ihr hattet rebelliert
- Sie hatten rebelliert
Futur I
- ich werde rebellieren
- du wirst rebellieren
- er/sie/es wird rebellieren
- wir werden rebellieren
- ihr werdet rebellieren
- Sie werden rebellieren
Futur II
- ich werde rebelliert haben
- du wirst rebelliert haben
- er/sie/es wird rebelliert haben
- wir werden rebelliert haben
- ihr werdet rebelliert haben
- Sie werden rebelliert haben
Vervoeging van het werkwoord "rebellieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- rebelliere (du)
- rebellieren wir
- rebelliert ihr
- rebellieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "rebellieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich rebelliere
- du rebellierest
- er/sie/es rebelliere
- wir rebellieren
- ihr rebellieret
- Sie rebellieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe rebelliert
- du habest rebelliert
- er/sie/es habe rebelliert
- wir haben rebelliert
- ihr habet rebelliert
- Sie haben rebelliert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde rebellieren
- du werdest rebellieren
- er/sie/es werde rebellieren
- wir werden rebellieren
- ihr werdet rebellieren
- Sie werden rebellieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde rebelliert haben
- du werdest rebelliert haben
- er/sie/es werde rebelliert haben
- wir werden rebelliert haben
- ihr werdet rebelliert haben
- Sie werden rebelliert haben
Vervoeging van het werkwoord "rebellieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich rebellierte
- du rebelliertest
- er/sie/es rebellierte
- wir rebellierten
- ihr rebelliertet
- Sie rebellierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte rebelliert
- du hättest rebelliert
- er/sie/es hätte rebelliert
- wir hätten rebelliert
- ihr hättet rebelliert
- Sie hätten rebelliert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde rebellieren
- du würdest rebellieren
- er/sie/es würde rebellieren
- wir würden rebellieren
- ihr würdet rebellieren
- Sie würden rebellieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde rebelliert haben
- du würdest rebelliert haben
- er/sie/es würde rebelliert haben
- wir würden rebelliert haben
- ihr würdet rebelliert haben
- Sie würden rebelliert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
durchschreibenfackelnnachfärbennachträumenrauenravenreassumierenrebootenreckenrevanchierenschnurspringentradenvorbeispazierenzurückschieben