Vervoeging van het werkwoord reagieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord reagieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "reagieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich reagiere
- du reagierst
- er/sie/es reagiert
- wir reagieren
- ihr reagiert
- Sie reagieren
Perfekt
- ich habe reagiert
- du hast reagiert
- er/sie/es hat reagiert
- wir haben reagiert
- ihr habt reagiert
- Sie haben reagiert
Präteritum
- ich reagierte
- du reagiertest
- er/sie/es reagierte
- wir reagierten
- ihr reagiertet
- Sie reagierten
Plusquamperfekt
- ich hatte reagiert
- du hattest reagiert
- er/sie/es hatte reagiert
- wir hatten reagiert
- ihr hattet reagiert
- Sie hatten reagiert
Futur I
- ich werde reagieren
- du wirst reagieren
- er/sie/es wird reagieren
- wir werden reagieren
- ihr werdet reagieren
- Sie werden reagieren
Futur II
- ich werde reagiert haben
- du wirst reagiert haben
- er/sie/es wird reagiert haben
- wir werden reagiert haben
- ihr werdet reagiert haben
- Sie werden reagiert haben
Vervoeging van het werkwoord "reagieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- reagiere (du)
- reagieren wir
- reagiert ihr
- reagieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "reagieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich reagiere
- du reagierest
- er/sie/es reagiere
- wir reagieren
- ihr reagieret
- Sie reagieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe reagiert
- du habest reagiert
- er/sie/es habe reagiert
- wir haben reagiert
- ihr habet reagiert
- Sie haben reagiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde reagieren
- du werdest reagieren
- er/sie/es werde reagieren
- wir werden reagieren
- ihr werdet reagieren
- Sie werden reagieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde reagiert haben
- du werdest reagiert haben
- er/sie/es werde reagiert haben
- wir werden reagiert haben
- ihr werdet reagiert haben
- Sie werden reagiert haben
Vervoeging van het werkwoord "reagieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich reagierte
- du reagiertest
- er/sie/es reagierte
- wir reagierten
- ihr reagiertet
- Sie reagierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte reagiert
- du hättest reagiert
- er/sie/es hätte reagiert
- wir hätten reagiert
- ihr hättet reagiert
- Sie hätten reagiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde reagieren
- du würdest reagieren
- er/sie/es würde reagieren
- wir würden reagieren
- ihr würdet reagieren
- Sie würden reagieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde reagiert haben
- du würdest reagiert haben
- er/sie/es würde reagiert haben
- wir würden reagiert haben
- ihr würdet reagiert haben
- Sie würden reagiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
durchschmelzenfacebookennachempfindennachtenratzenraustretenravenreaktivierenrechnenretuschierenschnullentouchierenvorbeischreibenzurückschalten