Vervoeging van het werkwoord radikalisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord radikalisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "radikalisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich radikalisiere
- du radikalisierst
- er/sie/es radikalisiert
- wir radikalisieren
- ihr radikalisiert
- Sie radikalisieren
Perfekt
- ich habe radikalisiert
- du hast radikalisiert
- er/sie/es hat radikalisiert
- wir haben radikalisiert
- ihr habt radikalisiert
- Sie haben radikalisiert
Präteritum
- ich radikalisierte
- du radikalisiertest
- er/sie/es radikalisierte
- wir radikalisierten
- ihr radikalisiertet
- Sie radikalisierten
Plusquamperfekt
- ich hatte radikalisiert
- du hattest radikalisiert
- er/sie/es hatte radikalisiert
- wir hatten radikalisiert
- ihr hattet radikalisiert
- Sie hatten radikalisiert
Futur I
- ich werde radikalisieren
- du wirst radikalisieren
- er/sie/es wird radikalisieren
- wir werden radikalisieren
- ihr werdet radikalisieren
- Sie werden radikalisieren
Futur II
- ich werde radikalisiert haben
- du wirst radikalisiert haben
- er/sie/es wird radikalisiert haben
- wir werden radikalisiert haben
- ihr werdet radikalisiert haben
- Sie werden radikalisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "radikalisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- radikalisiere (du)
- radikalisieren wir
- radikalisiert ihr
- radikalisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "radikalisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich radikalisiere
- du radikalisierest
- er/sie/es radikalisiere
- wir radikalisieren
- ihr radikalisieret
- Sie radikalisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe radikalisiert
- du habest radikalisiert
- er/sie/es habe radikalisiert
- wir haben radikalisiert
- ihr habet radikalisiert
- Sie haben radikalisiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde radikalisieren
- du werdest radikalisieren
- er/sie/es werde radikalisieren
- wir werden radikalisieren
- ihr werdet radikalisieren
- Sie werden radikalisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde radikalisiert haben
- du werdest radikalisiert haben
- er/sie/es werde radikalisiert haben
- wir werden radikalisiert haben
- ihr werdet radikalisiert haben
- Sie werden radikalisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "radikalisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich radikalisierte
- du radikalisiertest
- er/sie/es radikalisierte
- wir radikalisierten
- ihr radikalisiertet
- Sie radikalisierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte radikalisiert
- du hättest radikalisiert
- er/sie/es hätte radikalisiert
- wir hätten radikalisiert
- ihr hättet radikalisiert
- Sie hätten radikalisiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde radikalisieren
- du würdest radikalisieren
- er/sie/es würde radikalisieren
- wir würden radikalisieren
- ihr würdet radikalisieren
- Sie würden radikalisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde radikalisiert haben
- du würdest radikalisiert haben
- er/sie/es würde radikalisiert haben
- wir würden radikalisiert haben
- ihr würdet radikalisiert haben
- Sie würden radikalisiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
durchgiessenersehenmittelnnachdatierenpuffernrackernradierenradizierenrammelnreingehenschindelnsupprimierenvollfüllenzupappen
