Vervoeging van het werkwoord protegieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord protegieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "protegieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich protegiere
- du protegierst
- er/sie/es protegiert
- wir protegieren
- ihr protegiert
- Sie protegieren
Perfekt
- ich habe protegiert
- du hast protegiert
- er/sie/es hat protegiert
- wir haben protegiert
- ihr habt protegiert
- Sie haben protegiert
Präteritum
- ich protegierte
- du protegiertest
- er/sie/es protegierte
- wir protegierten
- ihr protegiertet
- Sie protegierten
Plusquamperfekt
- ich hatte protegiert
- du hattest protegiert
- er/sie/es hatte protegiert
- wir hatten protegiert
- ihr hattet protegiert
- Sie hatten protegiert
Futur I
- ich werde protegieren
- du wirst protegieren
- er/sie/es wird protegieren
- wir werden protegieren
- ihr werdet protegieren
- Sie werden protegieren
Futur II
- ich werde protegiert haben
- du wirst protegiert haben
- er/sie/es wird protegiert haben
- wir werden protegiert haben
- ihr werdet protegiert haben
- Sie werden protegiert haben
Vervoeging van het werkwoord "protegieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- protegiere (du)
- protegieren wir
- protegiert ihr
- protegieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "protegieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich protegiere
- du protegierest
- er/sie/es protegiere
- wir protegieren
- ihr protegieret
- Sie protegieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe protegiert
- du habest protegiert
- er/sie/es habe protegiert
- wir haben protegiert
- ihr habet protegiert
- Sie haben protegiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde protegieren
- du werdest protegieren
- er/sie/es werde protegieren
- wir werden protegieren
- ihr werdet protegieren
- Sie werden protegieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde protegiert haben
- du werdest protegiert haben
- er/sie/es werde protegiert haben
- wir werden protegiert haben
- ihr werdet protegiert haben
- Sie werden protegiert haben
Vervoeging van het werkwoord "protegieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich protegierte
- du protegiertest
- er/sie/es protegierte
- wir protegierten
- ihr protegiertet
- Sie protegierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte protegiert
- du hättest protegiert
- er/sie/es hätte protegiert
- wir hätten protegiert
- ihr hättet protegiert
- Sie hätten protegiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde protegieren
- du würdest protegieren
- er/sie/es würde protegieren
- wir würden protegieren
- ihr würdet protegieren
- Sie würden protegieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde protegiert haben
- du würdest protegiert haben
- er/sie/es würde protegiert haben
- wir würden protegiert haben
- ihr würdet protegiert haben
- Sie würden protegiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
duckenerholenmitdrehenmitwippenpowernproportionierenprostituierenprotestierenprüfenraushörensaubermachenstochernverwechselnzuckern