Vervoeging van het werkwoord propagandieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord propagandieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "propagandieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich propagandiere
- du propagandierst
- er/sie/es propagandiert
- wir propagandieren
- ihr propagandiert
- Sie propagandieren
Perfekt
- ich habe propagandoren
- du hast propagandoren
- er/sie/es hat propagandoren
- wir haben propagandoren
- ihr habt propagandoren
- Sie haben propagandoren
Präteritum
- ich propagandor
- du propagandorst
- er/sie/es propagandor
- wir propagandoren
- ihr propagandort
- Sie propagandoren
Plusquamperfekt
- ich hatte propagandoren
- du hattest propagandoren
- er/sie/es hatte propagandoren
- wir hatten propagandoren
- ihr hattet propagandoren
- Sie hatten propagandoren
Futur I
- ich werde propagandieren
- du wirst propagandieren
- er/sie/es wird propagandieren
- wir werden propagandieren
- ihr werdet propagandieren
- Sie werden propagandieren
Futur II
- ich werde propagandoren haben
- du wirst propagandoren haben
- er/sie/es wird propagandoren haben
- wir werden propagandoren haben
- ihr werdet propagandoren haben
- Sie werden propagandoren haben
Vervoeging van het werkwoord "propagandieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- propagandiere (du)
- propagandieren wir
- propagandiert ihr
- propagandieren Sie
- propagandier (du)
- propagandieren wir
- propagandiert ihr
- propagandieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "propagandieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich propagandiere
- du propagandierest
- er/sie/es propagandiere
- wir propagandieren
- ihr propagandieret
- Sie propagandieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe propagandoren
- du habest propagandoren
- er/sie/es habe propagandoren
- wir haben propagandoren
- ihr habet propagandoren
- Sie haben propagandoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde propagandieren
- du werdest propagandieren
- er/sie/es werde propagandieren
- wir werden propagandieren
- ihr werdet propagandieren
- Sie werden propagandieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde propagandoren haben
- du werdest propagandoren haben
- er/sie/es werde propagandoren haben
- wir werden propagandoren haben
- ihr werdet propagandoren haben
- Sie werden propagandoren haben
Vervoeging van het werkwoord "propagandieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich propagandöre
- du propagandörest
- er/sie/es propagandöre
- wir propagandören
- ihr propagandöret
- Sie propagandören
- ich propagandöre
- du propagandörst
- er/sie/es propagandöre
- wir propagandören
- ihr propagandört
- Sie propagandören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte propagandoren
- du hättest propagandoren
- er/sie/es hätte propagandoren
- wir hätten propagandoren
- ihr hättet propagandoren
- Sie hätten propagandoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde propagandieren
- du würdest propagandieren
- er/sie/es würde propagandieren
- wir würden propagandieren
- ihr würdet propagandieren
- Sie würden propagandieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde propagandoren haben
- du würdest propagandoren haben
- er/sie/es würde propagandoren haben
- wir würden propagandoren haben
- ihr würdet propagandoren haben
- Sie würden propagandoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
drüberfahrenerhärtenmitbetenmitverkaufenporträtierenprollenprononcierenpropagierenprostituierenrausfischensattbekommenstillliegenverwahrlosenzubinden