Vervoeging van het werkwoord professionalisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord professionalisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "professionalisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich professionalisiere
- du professionalisierst
- er/sie/es professionalisiert
- wir professionalisieren
- ihr professionalisiert
- Sie professionalisieren
Perfekt
- ich habe professionalisoren
- du hast professionalisoren
- er/sie/es hat professionalisoren
- wir haben professionalisoren
- ihr habt professionalisoren
- Sie haben professionalisoren
Präteritum
- ich professionalisor
- du professionalisorst
- er/sie/es professionalisor
- wir professionalisoren
- ihr professionalisort
- Sie professionalisoren
Plusquamperfekt
- ich hatte professionalisoren
- du hattest professionalisoren
- er/sie/es hatte professionalisoren
- wir hatten professionalisoren
- ihr hattet professionalisoren
- Sie hatten professionalisoren
Futur I
- ich werde professionalisieren
- du wirst professionalisieren
- er/sie/es wird professionalisieren
- wir werden professionalisieren
- ihr werdet professionalisieren
- Sie werden professionalisieren
Futur II
- ich werde professionalisoren haben
- du wirst professionalisoren haben
- er/sie/es wird professionalisoren haben
- wir werden professionalisoren haben
- ihr werdet professionalisoren haben
- Sie werden professionalisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "professionalisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- professionalisiere (du)
- professionalisieren wir
- professionalisiert ihr
- professionalisieren Sie
- professionalisier (du)
- professionalisieren wir
- professionalisiert ihr
- professionalisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "professionalisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich professionalisiere
- du professionalisierest
- er/sie/es professionalisiere
- wir professionalisieren
- ihr professionalisieret
- Sie professionalisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe professionalisoren
- du habest professionalisoren
- er/sie/es habe professionalisoren
- wir haben professionalisoren
- ihr habet professionalisoren
- Sie haben professionalisoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde professionalisieren
- du werdest professionalisieren
- er/sie/es werde professionalisieren
- wir werden professionalisieren
- ihr werdet professionalisieren
- Sie werden professionalisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde professionalisoren haben
- du werdest professionalisoren haben
- er/sie/es werde professionalisoren haben
- wir werden professionalisoren haben
- ihr werdet professionalisoren haben
- Sie werden professionalisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "professionalisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich professionalisöre
- du professionalisörest
- er/sie/es professionalisöre
- wir professionalisören
- ihr professionalisöret
- Sie professionalisören
- ich professionalisöre
- du professionalisörst
- er/sie/es professionalisöre
- wir professionalisören
- ihr professionalisört
- Sie professionalisören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte professionalisoren
- du hättest professionalisoren
- er/sie/es hätte professionalisoren
- wir hätten professionalisoren
- ihr hättet professionalisoren
- Sie hätten professionalisoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde professionalisieren
- du würdest professionalisieren
- er/sie/es würde professionalisieren
- wir würden professionalisieren
- ihr würdet professionalisieren
- Sie würden professionalisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde professionalisoren haben
- du würdest professionalisoren haben
- er/sie/es würde professionalisoren haben
- wir würden professionalisoren haben
- ihr würdet professionalisoren haben
- Sie würden professionalisoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
driftenergaunernmissratenmittanzenpolenpröbelnprofanierenprofilierenproliferierenraufensalarierensterbenverunreinigenzivilisieren