Vervoeging van het werkwoord polarisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord polarisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "polarisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich polarisiere
- du polarisierst
- er/sie/es polarisiert
- wir polarisieren
- ihr polarisiert
- Sie polarisieren
Perfekt
- ich habe polarisiert
- du hast polarisiert
- er/sie/es hat polarisiert
- wir haben polarisiert
- ihr habt polarisiert
- Sie haben polarisiert
Präteritum
- ich polarisierte
- du polarisiertest
- er/sie/es polarisierte
- wir polarisierten
- ihr polarisiertet
- Sie polarisierten
Plusquamperfekt
- ich hatte polarisiert
- du hattest polarisiert
- er/sie/es hatte polarisiert
- wir hatten polarisiert
- ihr hattet polarisiert
- Sie hatten polarisiert
Futur I
- ich werde polarisieren
- du wirst polarisieren
- er/sie/es wird polarisieren
- wir werden polarisieren
- ihr werdet polarisieren
- Sie werden polarisieren
Futur II
- ich werde polarisiert haben
- du wirst polarisiert haben
- er/sie/es wird polarisiert haben
- wir werden polarisiert haben
- ihr werdet polarisiert haben
- Sie werden polarisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "polarisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- polarisiere (du)
- polarisieren wir
- polarisiert ihr
- polarisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "polarisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich polarisiere
- du polarisierest
- er/sie/es polarisiere
- wir polarisieren
- ihr polarisieret
- Sie polarisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe polarisiert
- du habest polarisiert
- er/sie/es habe polarisiert
- wir haben polarisiert
- ihr habet polarisiert
- Sie haben polarisiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde polarisieren
- du werdest polarisieren
- er/sie/es werde polarisieren
- wir werden polarisieren
- ihr werdet polarisieren
- Sie werden polarisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde polarisiert haben
- du werdest polarisiert haben
- er/sie/es werde polarisiert haben
- wir werden polarisiert haben
- ihr werdet polarisiert haben
- Sie werden polarisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "polarisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich polarisierte
- du polarisiertest
- er/sie/es polarisierte
- wir polarisierten
- ihr polarisiertet
- Sie polarisierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte polarisiert
- du hättest polarisiert
- er/sie/es hätte polarisiert
- wir hätten polarisiert
- ihr hättet polarisiert
- Sie hätten polarisiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde polarisieren
- du würdest polarisieren
- er/sie/es würde polarisieren
- wir würden polarisieren
- ihr würdet polarisieren
- Sie würden polarisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde polarisiert haben
- du würdest polarisiert haben
- er/sie/es würde polarisiert haben
- wir würden polarisiert haben
- ihr würdet polarisiert haben
- Sie würden polarisiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
dortbleibenentwendenmästenmitgenießenpiensenpoetisierenpokulierenpolemisierenpölzenquittierenrumreitensponsernversteinernzerpfeifen
