Vervoeging van het werkwoord picknicken in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord picknicken in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "picknicken" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich picknicke
  • du picknickst
  • er/sie/es picknickt
  • wir picknicken
  • ihr picknickt
  • Sie picknicken

Perfekt

  • ich habe gepicknickt
  • du hast gepicknickt
  • er/sie/es hat gepicknickt
  • wir haben gepicknickt
  • ihr habt gepicknickt
  • Sie haben gepicknickt

Präteritum

  • ich picknickte
  • du picknicktest
  • er/sie/es picknickte
  • wir picknickten
  • ihr picknicktet
  • Sie picknickten

Plusquamperfekt

  • ich hatte gepicknickt
  • du hattest gepicknickt
  • er/sie/es hatte gepicknickt
  • wir hatten gepicknickt
  • ihr hattet gepicknickt
  • Sie hatten gepicknickt

Futur I

  • ich werde picknicken
  • du wirst picknicken
  • er/sie/es wird picknicken
  • wir werden picknicken
  • ihr werdet picknicken
  • Sie werden picknicken

Futur II

  • ich werde gepicknickt haben
  • du wirst gepicknickt haben
  • er/sie/es wird gepicknickt haben
  • wir werden gepicknickt haben
  • ihr werdet gepicknickt haben
  • Sie werden gepicknickt haben

Vervoeging van het werkwoord "picknicken" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • picknicke (du)
  • picknicken wir
  • picknickt ihr
  • picknicken Sie

Infinitiv - Präsens

  • picknicken

Infinitiv - Perfekt

  • gepicknickt haben

Partizip Präsens

  • picknickend

Partizip Perfekt

  • gepicknickt

Vervoeging van het werkwoord "picknicken" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich picknicke
  • du picknickest
  • er/sie/es picknicke
  • wir picknicken
  • ihr picknicket
  • Sie picknicken

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe gepicknickt
  • du habest gepicknickt
  • er/sie/es habe gepicknickt
  • wir haben gepicknickt
  • ihr habet gepicknickt
  • Sie haben gepicknickt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde picknicken
  • du werdest picknicken
  • er/sie/es werde picknicken
  • wir werden picknicken
  • ihr werdet picknicken
  • Sie werden picknicken

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde gepicknickt haben
  • du werdest gepicknickt haben
  • er/sie/es werde gepicknickt haben
  • wir werden gepicknickt haben
  • ihr werdet gepicknickt haben
  • Sie werden gepicknickt haben

Vervoeging van het werkwoord "picknicken" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich picknickte
  • du picknicktest
  • er/sie/es picknickte
  • wir picknickten
  • ihr picknicktet
  • Sie picknickten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte gepicknickt
  • du hättest gepicknickt
  • er/sie/es hätte gepicknickt
  • wir hätten gepicknickt
  • ihr hättet gepicknickt
  • Sie hätten gepicknickt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde picknicken
  • du würdest picknicken
  • er/sie/es würde picknicken
  • wir würden picknicken
  • ihr würdet picknicken
  • Sie würden picknicken

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde gepicknickt haben
  • du würdest gepicknickt haben
  • er/sie/es würde gepicknickt haben
  • wir würden gepicknickt haben
  • ihr würdet gepicknickt haben
  • Sie würden gepicknickt haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: detektierenentrichtenloswollenmethodisierenpassivierenphotographierenpiekenpigmentierenprügelnrüberholenskartierenverschulenzapfen