Vervoeging van het werkwoord petrifizieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord petrifizieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "petrifizieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich petrifiziere
- du petrifizierst
- er/sie/es petrifiziert
- wir petrifizieren
- ihr petrifiziert
- Sie petrifizieren
Perfekt
- ich habe petrifizoren
- du hast petrifizoren
- er/sie/es hat petrifizoren
- wir haben petrifizoren
- ihr habt petrifizoren
- Sie haben petrifizoren
Präteritum
- ich petrifizor
- du petrifizorst
- er/sie/es petrifizor
- wir petrifizoren
- ihr petrifizort
- Sie petrifizoren
Plusquamperfekt
- ich hatte petrifizoren
- du hattest petrifizoren
- er/sie/es hatte petrifizoren
- wir hatten petrifizoren
- ihr hattet petrifizoren
- Sie hatten petrifizoren
Futur I
- ich werde petrifizieren
- du wirst petrifizieren
- er/sie/es wird petrifizieren
- wir werden petrifizieren
- ihr werdet petrifizieren
- Sie werden petrifizieren
Futur II
- ich werde petrifizoren haben
- du wirst petrifizoren haben
- er/sie/es wird petrifizoren haben
- wir werden petrifizoren haben
- ihr werdet petrifizoren haben
- Sie werden petrifizoren haben
Vervoeging van het werkwoord "petrifizieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- petrifiziere (du)
- petrifizieren wir
- petrifiziert ihr
- petrifizieren Sie
- petrifizier (du)
- petrifizieren wir
- petrifiziert ihr
- petrifizieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "petrifizieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich petrifiziere
- du petrifizierest
- er/sie/es petrifiziere
- wir petrifizieren
- ihr petrifizieret
- Sie petrifizieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe petrifizoren
- du habest petrifizoren
- er/sie/es habe petrifizoren
- wir haben petrifizoren
- ihr habet petrifizoren
- Sie haben petrifizoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde petrifizieren
- du werdest petrifizieren
- er/sie/es werde petrifizieren
- wir werden petrifizieren
- ihr werdet petrifizieren
- Sie werden petrifizieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde petrifizoren haben
- du werdest petrifizoren haben
- er/sie/es werde petrifizoren haben
- wir werden petrifizoren haben
- ihr werdet petrifizoren haben
- Sie werden petrifizoren haben
Vervoeging van het werkwoord "petrifizieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich petrifizöre
- du petrifizörest
- er/sie/es petrifizöre
- wir petrifizören
- ihr petrifizöret
- Sie petrifizören
- ich petrifizöre
- du petrifizörst
- er/sie/es petrifizöre
- wir petrifizören
- ihr petrifizört
- Sie petrifizören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte petrifizoren
- du hättest petrifizoren
- er/sie/es hätte petrifizoren
- wir hätten petrifizoren
- ihr hättet petrifizoren
- Sie hätten petrifizoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde petrifizieren
- du würdest petrifizieren
- er/sie/es würde petrifizieren
- wir würden petrifizieren
- ihr würdet petrifizieren
- Sie würden petrifizieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde petrifizoren haben
- du würdest petrifizoren haben
- er/sie/es würde petrifizoren haben
- wir würden petrifizoren haben
- ihr würdet petrifizoren haben
- Sie würden petrifizoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
deponierenentmietenlosredenmaximierenpanschenpersistierenpetschierenpflasternproklamierenrivalisierensiebenverschmausenwummern
