Vervoeging van het werkwoord perpetuieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord perpetuieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "perpetuieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich perpetuiere
  • du perpetuierst
  • er/sie/es perpetuiert
  • wir perpetuieren
  • ihr perpetuiert
  • Sie perpetuieren

Perfekt

  • ich habe perpetuiert
  • du hast perpetuiert
  • er/sie/es hat perpetuiert
  • wir haben perpetuiert
  • ihr habt perpetuiert
  • Sie haben perpetuiert

Präteritum

  • ich perpetuierte
  • du perpetuiertest
  • er/sie/es perpetuierte
  • wir perpetuierten
  • ihr perpetuiertet
  • Sie perpetuierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte perpetuiert
  • du hattest perpetuiert
  • er/sie/es hatte perpetuiert
  • wir hatten perpetuiert
  • ihr hattet perpetuiert
  • Sie hatten perpetuiert

Futur I

  • ich werde perpetuieren
  • du wirst perpetuieren
  • er/sie/es wird perpetuieren
  • wir werden perpetuieren
  • ihr werdet perpetuieren
  • Sie werden perpetuieren

Futur II

  • ich werde perpetuiert haben
  • du wirst perpetuiert haben
  • er/sie/es wird perpetuiert haben
  • wir werden perpetuiert haben
  • ihr werdet perpetuiert haben
  • Sie werden perpetuiert haben

Vervoeging van het werkwoord "perpetuieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • perpetuiere (du)
  • perpetuieren wir
  • perpetuiert ihr
  • perpetuieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • perpetuieren

Infinitiv - Perfekt

  • perpetuiert haben

Partizip Präsens

  • perpetuierend

Partizip Perfekt

  • perpetuiert

Vervoeging van het werkwoord "perpetuieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich perpetuiere
  • du perpetuierest
  • er/sie/es perpetuiere
  • wir perpetuieren
  • ihr perpetuieret
  • Sie perpetuieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe perpetuiert
  • du habest perpetuiert
  • er/sie/es habe perpetuiert
  • wir haben perpetuiert
  • ihr habet perpetuiert
  • Sie haben perpetuiert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde perpetuieren
  • du werdest perpetuieren
  • er/sie/es werde perpetuieren
  • wir werden perpetuieren
  • ihr werdet perpetuieren
  • Sie werden perpetuieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde perpetuiert haben
  • du werdest perpetuiert haben
  • er/sie/es werde perpetuiert haben
  • wir werden perpetuiert haben
  • ihr werdet perpetuiert haben
  • Sie werden perpetuiert haben

Vervoeging van het werkwoord "perpetuieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich perpetuierte
  • du perpetuiertest
  • er/sie/es perpetuierte
  • wir perpetuierten
  • ihr perpetuiertet
  • Sie perpetuierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte perpetuiert
  • du hättest perpetuiert
  • er/sie/es hätte perpetuiert
  • wir hätten perpetuiert
  • ihr hättet perpetuiert
  • Sie hätten perpetuiert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde perpetuieren
  • du würdest perpetuieren
  • er/sie/es würde perpetuieren
  • wir würden perpetuieren
  • ihr würdet perpetuieren
  • Sie würden perpetuieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde perpetuiert haben
  • du würdest perpetuiert haben
  • er/sie/es würde perpetuiert haben
  • wir würden perpetuiert haben
  • ihr würdet perpetuiert haben
  • Sie würden perpetuiert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: denitrifizierenentlohnenloslegenmaturierenpaginierenperiphrasierenpermutierenperseverierenpetrifizierenproducenringelnsezierenverschließenwollen