Vervoeging van het werkwoord ozonisieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord ozonisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "ozonisieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich ozonisiere
  • du ozonisierst
  • er/sie/es ozonisiert
  • wir ozonisieren
  • ihr ozonisiert
  • Sie ozonisieren

Perfekt

  • ich habe ozonisiert
  • du hast ozonisiert
  • er/sie/es hat ozonisiert
  • wir haben ozonisiert
  • ihr habt ozonisiert
  • Sie haben ozonisiert

Präteritum

  • ich ozonisierte
  • du ozonisiertest
  • er/sie/es ozonisierte
  • wir ozonisierten
  • ihr ozonisiertet
  • Sie ozonisierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte ozonisiert
  • du hattest ozonisiert
  • er/sie/es hatte ozonisiert
  • wir hatten ozonisiert
  • ihr hattet ozonisiert
  • Sie hatten ozonisiert

Futur I

  • ich werde ozonisieren
  • du wirst ozonisieren
  • er/sie/es wird ozonisieren
  • wir werden ozonisieren
  • ihr werdet ozonisieren
  • Sie werden ozonisieren

Futur II

  • ich werde ozonisiert haben
  • du wirst ozonisiert haben
  • er/sie/es wird ozonisiert haben
  • wir werden ozonisiert haben
  • ihr werdet ozonisiert haben
  • Sie werden ozonisiert haben

Vervoeging van het werkwoord "ozonisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • ozonisiere (du)
  • ozonisieren wir
  • ozonisiert ihr
  • ozonisieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • ozonisieren

Infinitiv - Perfekt

  • ozonisiert haben

Partizip Präsens

  • ozonisierend

Partizip Perfekt

  • ozonisiert

Vervoeging van het werkwoord "ozonisieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich ozonisiere
  • du ozonisierest
  • er/sie/es ozonisiere
  • wir ozonisieren
  • ihr ozonisieret
  • Sie ozonisieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe ozonisiert
  • du habest ozonisiert
  • er/sie/es habe ozonisiert
  • wir haben ozonisiert
  • ihr habet ozonisiert
  • Sie haben ozonisiert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde ozonisieren
  • du werdest ozonisieren
  • er/sie/es werde ozonisieren
  • wir werden ozonisieren
  • ihr werdet ozonisieren
  • Sie werden ozonisieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde ozonisiert haben
  • du werdest ozonisiert haben
  • er/sie/es werde ozonisiert haben
  • wir werden ozonisiert haben
  • ihr werdet ozonisiert haben
  • Sie werden ozonisiert haben

Vervoeging van het werkwoord "ozonisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich ozonisierte
  • du ozonisiertest
  • er/sie/es ozonisierte
  • wir ozonisierten
  • ihr ozonisiertet
  • Sie ozonisierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte ozonisiert
  • du hättest ozonisiert
  • er/sie/es hätte ozonisiert
  • wir hätten ozonisiert
  • ihr hättet ozonisiert
  • Sie hätten ozonisiert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde ozonisieren
  • du würdest ozonisieren
  • er/sie/es würde ozonisieren
  • wir würden ozonisieren
  • ihr würdet ozonisieren
  • Sie würden ozonisieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde ozonisiert haben
  • du würdest ozonisiert haben
  • er/sie/es würde ozonisiert haben
  • wir würden ozonisiert haben
  • ihr würdet ozonisiert haben
  • Sie würden ozonisiert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: dazuzahlenentgegenstarrenleugnenlotennormalisierenostenoxydierenpaarenpaketierenpochenremilitarisierenschwarzmalenverquirlenwiederentdecken