Vervoeging van het werkwoord modifizieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord modifizieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "modifizieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich modifiziere
  • du modifizierst
  • er/sie/es modifiziert
  • wir modifizieren
  • ihr modifiziert
  • Sie modifizieren

Perfekt

  • ich habe modifiziert
  • du hast modifiziert
  • er/sie/es hat modifiziert
  • wir haben modifiziert
  • ihr habt modifiziert
  • Sie haben modifiziert

Präteritum

  • ich modifizierte
  • du modifiziertest
  • er/sie/es modifizierte
  • wir modifizierten
  • ihr modifiziertet
  • Sie modifizierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte modifiziert
  • du hattest modifiziert
  • er/sie/es hatte modifiziert
  • wir hatten modifiziert
  • ihr hattet modifiziert
  • Sie hatten modifiziert

Futur I

  • ich werde modifizieren
  • du wirst modifizieren
  • er/sie/es wird modifizieren
  • wir werden modifizieren
  • ihr werdet modifizieren
  • Sie werden modifizieren

Futur II

  • ich werde modifiziert haben
  • du wirst modifiziert haben
  • er/sie/es wird modifiziert haben
  • wir werden modifiziert haben
  • ihr werdet modifiziert haben
  • Sie werden modifiziert haben

Vervoeging van het werkwoord "modifizieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • modifiziere (du)
  • modifizieren wir
  • modifiziert ihr
  • modifizieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • modifizieren

Infinitiv - Perfekt

  • modifiziert haben

Partizip Präsens

  • modifizierend

Partizip Perfekt

  • modifiziert

Vervoeging van het werkwoord "modifizieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich modifiziere
  • du modifizierest
  • er/sie/es modifiziere
  • wir modifizieren
  • ihr modifizieret
  • Sie modifizieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe modifiziert
  • du habest modifiziert
  • er/sie/es habe modifiziert
  • wir haben modifiziert
  • ihr habet modifiziert
  • Sie haben modifiziert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde modifizieren
  • du werdest modifizieren
  • er/sie/es werde modifizieren
  • wir werden modifizieren
  • ihr werdet modifizieren
  • Sie werden modifizieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde modifiziert haben
  • du werdest modifiziert haben
  • er/sie/es werde modifiziert haben
  • wir werden modifiziert haben
  • ihr werdet modifiziert haben
  • Sie werden modifiziert haben

Vervoeging van het werkwoord "modifizieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich modifizierte
  • du modifiziertest
  • er/sie/es modifizierte
  • wir modifizierten
  • ihr modifiziertet
  • Sie modifizierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte modifiziert
  • du hättest modifiziert
  • er/sie/es hätte modifiziert
  • wir hätten modifiziert
  • ihr hättet modifiziert
  • Sie hätten modifiziert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde modifizieren
  • du würdest modifizieren
  • er/sie/es würde modifizieren
  • wir würden modifizieren
  • ihr würdet modifizieren
  • Sie würden modifizieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde modifiziert haben
  • du würdest modifiziert haben
  • er/sie/es würde modifiziert haben
  • wir würden modifiziert haben
  • ihr würdet modifiziert haben
  • Sie würden modifiziert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: beuteneinklappenkesselnknüppelnmitrauchenmöblierenmodernisierenmodulierenmonologisierennachschreibenposierenrumfahrenverbriefenwahrschauen