Vervoeging van het werkwoord mineralisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord mineralisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "mineralisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich mineralisiere
- du mineralisierst
- er/sie/es mineralisiert
- wir mineralisieren
- ihr mineralisiert
- Sie mineralisieren
Perfekt
- ich habe mineralisiert
- du hast mineralisiert
- er/sie/es hat mineralisiert
- wir haben mineralisiert
- ihr habt mineralisiert
- Sie haben mineralisiert
Präteritum
- ich mineralisierte
- du mineralisiertest
- er/sie/es mineralisierte
- wir mineralisierten
- ihr mineralisiertet
- Sie mineralisierten
Plusquamperfekt
- ich hatte mineralisiert
- du hattest mineralisiert
- er/sie/es hatte mineralisiert
- wir hatten mineralisiert
- ihr hattet mineralisiert
- Sie hatten mineralisiert
Futur I
- ich werde mineralisieren
- du wirst mineralisieren
- er/sie/es wird mineralisieren
- wir werden mineralisieren
- ihr werdet mineralisieren
- Sie werden mineralisieren
Futur II
- ich werde mineralisiert haben
- du wirst mineralisiert haben
- er/sie/es wird mineralisiert haben
- wir werden mineralisiert haben
- ihr werdet mineralisiert haben
- Sie werden mineralisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "mineralisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- mineralisiere (du)
- mineralisieren wir
- mineralisiert ihr
- mineralisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "mineralisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich mineralisiere
- du mineralisierest
- er/sie/es mineralisiere
- wir mineralisieren
- ihr mineralisieret
- Sie mineralisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe mineralisiert
- du habest mineralisiert
- er/sie/es habe mineralisiert
- wir haben mineralisiert
- ihr habet mineralisiert
- Sie haben mineralisiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde mineralisieren
- du werdest mineralisieren
- er/sie/es werde mineralisieren
- wir werden mineralisieren
- ihr werdet mineralisieren
- Sie werden mineralisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde mineralisiert haben
- du werdest mineralisiert haben
- er/sie/es werde mineralisiert haben
- wir werden mineralisiert haben
- ihr werdet mineralisiert haben
- Sie werden mineralisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "mineralisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich mineralisierte
- du mineralisiertest
- er/sie/es mineralisierte
- wir mineralisierten
- ihr mineralisiertet
- Sie mineralisierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte mineralisiert
- du hättest mineralisiert
- er/sie/es hätte mineralisiert
- wir hätten mineralisiert
- ihr hättet mineralisiert
- Sie hätten mineralisiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde mineralisieren
- du würdest mineralisieren
- er/sie/es würde mineralisieren
- wir würden mineralisieren
- ihr würdet mineralisieren
- Sie würden mineralisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde mineralisiert haben
- du würdest mineralisiert haben
- er/sie/es würde mineralisiert haben
- wir würden mineralisiert haben
- ihr würdet mineralisiert haben
- Sie würden mineralisiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
berieselndurchwurschtelnintensivierenkarambolierenmikrokopierenmindernminiaturisierenmissbehagenmonogrammierenparodierenrektifizierenundulierenvorgreifen