Vervoeging van het werkwoord metamorphosieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord metamorphosieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "metamorphosieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich metamorphosiere
  • du metamorphosierst
  • er/sie/es metamorphosiert
  • wir metamorphosieren
  • ihr metamorphosiert
  • Sie metamorphosieren

Perfekt

  • ich habe metamorphosoren
  • du hast metamorphosoren
  • er/sie/es hat metamorphosoren
  • wir haben metamorphosoren
  • ihr habt metamorphosoren
  • Sie haben metamorphosoren

Präteritum

  • ich metamorphosor
  • du metamorphosorst
  • er/sie/es metamorphosor
  • wir metamorphosoren
  • ihr metamorphosort
  • Sie metamorphosoren

Plusquamperfekt

  • ich hatte metamorphosoren
  • du hattest metamorphosoren
  • er/sie/es hatte metamorphosoren
  • wir hatten metamorphosoren
  • ihr hattet metamorphosoren
  • Sie hatten metamorphosoren

Futur I

  • ich werde metamorphosieren
  • du wirst metamorphosieren
  • er/sie/es wird metamorphosieren
  • wir werden metamorphosieren
  • ihr werdet metamorphosieren
  • Sie werden metamorphosieren

Futur II

  • ich werde metamorphosoren haben
  • du wirst metamorphosoren haben
  • er/sie/es wird metamorphosoren haben
  • wir werden metamorphosoren haben
  • ihr werdet metamorphosoren haben
  • Sie werden metamorphosoren haben

Vervoeging van het werkwoord "metamorphosieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • metamorphosiere (du)
  • metamorphosieren wir
  • metamorphosiert ihr
  • metamorphosieren Sie
  • metamorphosier (du)
  • metamorphosieren wir
  • metamorphosiert ihr
  • metamorphosieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • metamorphosieren

Infinitiv - Perfekt

  • metamorphosoren haben

Partizip Präsens

  • metamorphosierend

Partizip Perfekt

  • metamorphosoren

Vervoeging van het werkwoord "metamorphosieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich metamorphosiere
  • du metamorphosierest
  • er/sie/es metamorphosiere
  • wir metamorphosieren
  • ihr metamorphosieret
  • Sie metamorphosieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe metamorphosoren
  • du habest metamorphosoren
  • er/sie/es habe metamorphosoren
  • wir haben metamorphosoren
  • ihr habet metamorphosoren
  • Sie haben metamorphosoren

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde metamorphosieren
  • du werdest metamorphosieren
  • er/sie/es werde metamorphosieren
  • wir werden metamorphosieren
  • ihr werdet metamorphosieren
  • Sie werden metamorphosieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde metamorphosoren haben
  • du werdest metamorphosoren haben
  • er/sie/es werde metamorphosoren haben
  • wir werden metamorphosoren haben
  • ihr werdet metamorphosoren haben
  • Sie werden metamorphosoren haben

Vervoeging van het werkwoord "metamorphosieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich metamorphosöre
  • du metamorphosörest
  • er/sie/es metamorphosöre
  • wir metamorphosören
  • ihr metamorphosöret
  • Sie metamorphosören
  • ich metamorphosöre
  • du metamorphosörst
  • er/sie/es metamorphosöre
  • wir metamorphosören
  • ihr metamorphosört
  • Sie metamorphosören

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte metamorphosoren
  • du hättest metamorphosoren
  • er/sie/es hätte metamorphosoren
  • wir hätten metamorphosoren
  • ihr hättet metamorphosoren
  • Sie hätten metamorphosoren

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde metamorphosieren
  • du würdest metamorphosieren
  • er/sie/es würde metamorphosieren
  • wir würden metamorphosieren
  • ihr würdet metamorphosieren
  • Sie würden metamorphosieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde metamorphosoren haben
  • du würdest metamorphosoren haben
  • er/sie/es würde metamorphosoren haben
  • wir würden metamorphosoren haben
  • ihr würdet metamorphosoren haben
  • Sie würden metamorphosoren haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: bereisendurchwalkeninsinuierenkantonalisierenmalochenmenschelnmetallisierenmetaphorisierenmiesmachenmixenpappenreinwaschenumwebenvorerzählen