Vervoeging van het werkwoord metallisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord metallisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "metallisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich metallisiere
- du metallisierst
- er/sie/es metallisiert
- wir metallisieren
- ihr metallisiert
- Sie metallisieren
Perfekt
- ich habe metallisiert
- du hast metallisiert
- er/sie/es hat metallisiert
- wir haben metallisiert
- ihr habt metallisiert
- Sie haben metallisiert
Präteritum
- ich metallisierte
- du metallisiertest
- er/sie/es metallisierte
- wir metallisierten
- ihr metallisiertet
- Sie metallisierten
Plusquamperfekt
- ich hatte metallisiert
- du hattest metallisiert
- er/sie/es hatte metallisiert
- wir hatten metallisiert
- ihr hattet metallisiert
- Sie hatten metallisiert
Futur I
- ich werde metallisieren
- du wirst metallisieren
- er/sie/es wird metallisieren
- wir werden metallisieren
- ihr werdet metallisieren
- Sie werden metallisieren
Futur II
- ich werde metallisiert haben
- du wirst metallisiert haben
- er/sie/es wird metallisiert haben
- wir werden metallisiert haben
- ihr werdet metallisiert haben
- Sie werden metallisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "metallisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- metallisiere (du)
- metallisieren wir
- metallisiert ihr
- metallisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "metallisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich metallisiere
- du metallisierest
- er/sie/es metallisiere
- wir metallisieren
- ihr metallisieret
- Sie metallisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe metallisiert
- du habest metallisiert
- er/sie/es habe metallisiert
- wir haben metallisiert
- ihr habet metallisiert
- Sie haben metallisiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde metallisieren
- du werdest metallisieren
- er/sie/es werde metallisieren
- wir werden metallisieren
- ihr werdet metallisieren
- Sie werden metallisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde metallisiert haben
- du werdest metallisiert haben
- er/sie/es werde metallisiert haben
- wir werden metallisiert haben
- ihr werdet metallisiert haben
- Sie werden metallisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "metallisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich metallisierte
- du metallisiertest
- er/sie/es metallisierte
- wir metallisierten
- ihr metallisiertet
- Sie metallisierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte metallisiert
- du hättest metallisiert
- er/sie/es hätte metallisiert
- wir hätten metallisiert
- ihr hättet metallisiert
- Sie hätten metallisiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde metallisieren
- du würdest metallisieren
- er/sie/es würde metallisieren
- wir würden metallisieren
- ihr würdet metallisieren
- Sie würden metallisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde metallisiert haben
- du würdest metallisiert haben
- er/sie/es würde metallisiert haben
- wir würden metallisiert haben
- ihr würdet metallisiert haben
- Sie würden metallisiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
bereinigendurchwähleninserierenkantenmalnehmenmengenmessenmetamorphosierenmiefenmitziehenpäppelnreinwachsenumwandernvorentscheiden