Vervoeging van het werkwoord markten in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord markten in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "markten" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich markte
- du marktest
- er/sie/es marktet
- wir markten
- ihr marktet
- Sie markten
Perfekt
- ich habe gemarktet
- du hast gemarktet
- er/sie/es hat gemarktet
- wir haben gemarktet
- ihr habt gemarktet
- Sie haben gemarktet
Präteritum
- ich marktete
- du marktetest
- er/sie/es marktete
- wir markteten
- ihr marktetet
- Sie markteten
Plusquamperfekt
- ich hatte gemarktet
- du hattest gemarktet
- er/sie/es hatte gemarktet
- wir hatten gemarktet
- ihr hattet gemarktet
- Sie hatten gemarktet
Futur I
- ich werde markten
- du wirst markten
- er/sie/es wird markten
- wir werden markten
- ihr werdet markten
- Sie werden markten
Futur II
- ich werde gemarktet haben
- du wirst gemarktet haben
- er/sie/es wird gemarktet haben
- wir werden gemarktet haben
- ihr werdet gemarktet haben
- Sie werden gemarktet haben
Vervoeging van het werkwoord "markten" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- markte (du)
- markten wir
- marktt ihr
- markten Sie
Vervoeging van het werkwoord "markten" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich markte
- du marktest
- er/sie/es markte
- wir markten
- ihr marktet
- Sie markten
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe gemarktet
- du habest gemarktet
- er/sie/es habe gemarktet
- wir haben gemarktet
- ihr habet gemarktet
- Sie haben gemarktet
Konjunktiv I Futur I
- ich werde markten
- du werdest markten
- er/sie/es werde markten
- wir werden markten
- ihr werdet markten
- Sie werden markten
Konjunktiv I Futur II
- ich werde gemarktet haben
- du werdest gemarktet haben
- er/sie/es werde gemarktet haben
- wir werden gemarktet haben
- ihr werdet gemarktet haben
- Sie werden gemarktet haben
Vervoeging van het werkwoord "markten" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich marktete
- du marktetest
- er/sie/es marktete
- wir markteten
- ihr marktetet
- Sie markteten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte gemarktet
- du hättest gemarktet
- er/sie/es hätte gemarktet
- wir hätten gemarktet
- ihr hättet gemarktet
- Sie hätten gemarktet
Konjunktiv II Futur I
- ich würde markten
- du würdest markten
- er/sie/es würde markten
- wir würden markten
- ihr würdet markten
- Sie würden markten
Konjunktiv II Futur II
- ich würde gemarktet haben
- du würdest gemarktet haben
- er/sie/es würde gemarktet haben
- wir würden gemarktet haben
- ihr würdet gemarktet haben
- Sie würden gemarktet haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
durchschweißenimplantierenjoggenlossprechenmärkenmarkierenmarlenmassakrierenmitschickenöffnenreingreifenumschreibenvorbeirauschen