Vervoeging van het werkwoord mailen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord mailen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "mailen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich maile
- du mailst
- er/sie/es mailt
- wir mailen
- ihr mailt
- Sie mailen
Perfekt
- ich habe gemailt
- du hast gemailt
- er/sie/es hat gemailt
- wir haben gemailt
- ihr habt gemailt
- Sie haben gemailt
Präteritum
- ich mailte
- du mailtest
- er/sie/es mailte
- wir mailten
- ihr mailtet
- Sie mailten
Plusquamperfekt
- ich hatte gemailt
- du hattest gemailt
- er/sie/es hatte gemailt
- wir hatten gemailt
- ihr hattet gemailt
- Sie hatten gemailt
Futur I
- ich werde mailen
- du wirst mailen
- er/sie/es wird mailen
- wir werden mailen
- ihr werdet mailen
- Sie werden mailen
Futur II
- ich werde gemailt haben
- du wirst gemailt haben
- er/sie/es wird gemailt haben
- wir werden gemailt haben
- ihr werdet gemailt haben
- Sie werden gemailt haben
Vervoeging van het werkwoord "mailen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- maile (du)
- mailen wir
- mailt ihr
- mailen Sie
Vervoeging van het werkwoord "mailen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich maile
- du mailest
- er/sie/es maile
- wir mailen
- ihr mailet
- Sie mailen
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe gemailt
- du habest gemailt
- er/sie/es habe gemailt
- wir haben gemailt
- ihr habet gemailt
- Sie haben gemailt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde mailen
- du werdest mailen
- er/sie/es werde mailen
- wir werden mailen
- ihr werdet mailen
- Sie werden mailen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde gemailt haben
- du werdest gemailt haben
- er/sie/es werde gemailt haben
- wir werden gemailt haben
- ihr werdet gemailt haben
- Sie werden gemailt haben
Vervoeging van het werkwoord "mailen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich mailte
- du mailtest
- er/sie/es mailte
- wir mailten
- ihr mailtet
- Sie mailten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte gemailt
- du hättest gemailt
- er/sie/es hätte gemailt
- wir hätten gemailt
- ihr hättet gemailt
- Sie hätten gemailt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde mailen
- du würdest mailen
- er/sie/es würde mailen
- wir würden mailen
- ihr würdet mailen
- Sie würden mailen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde gemailt haben
- du würdest gemailt haben
- er/sie/es würde gemailt haben
- wir würden gemailt haben
- ihr würdet gemailt haben
- Sie würden gemailt haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
belehrendurchschabenhydratisierenironisierenloslachenmadigmachenmährenmaischenmalochenmitlernennotwassernregenumreissenvorbeidrängen