Vervoeging van het werkwoord liebkosen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord liebkosen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "liebkosen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich liebkose
  • du liebkost
  • er/sie/es liebkost
  • wir liebkosen
  • ihr liebkost
  • Sie liebkosen

Perfekt

  • ich habe geliebkost
  • du hast geliebkost
  • er/sie/es hat geliebkost
  • wir haben geliebkost
  • ihr habt geliebkost
  • Sie haben geliebkost

Präteritum

  • ich liebkoste
  • du liebkostest
  • er/sie/es liebkoste
  • wir liebkosten
  • ihr liebkostet
  • Sie liebkosten

Plusquamperfekt

  • ich hatte geliebkost
  • du hattest geliebkost
  • er/sie/es hatte geliebkost
  • wir hatten geliebkost
  • ihr hattet geliebkost
  • Sie hatten geliebkost

Futur I

  • ich werde liebkosen
  • du wirst liebkosen
  • er/sie/es wird liebkosen
  • wir werden liebkosen
  • ihr werdet liebkosen
  • Sie werden liebkosen

Futur II

  • ich werde geliebkost haben
  • du wirst geliebkost haben
  • er/sie/es wird geliebkost haben
  • wir werden geliebkost haben
  • ihr werdet geliebkost haben
  • Sie werden geliebkost haben

Vervoeging van het werkwoord "liebkosen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • liebkose (du)
  • liebkosen wir
  • liebkost ihr
  • liebkosen Sie

Infinitiv - Präsens

  • liebkosen

Infinitiv - Perfekt

  • geliebkost haben

Partizip Präsens

  • liebkosend

Partizip Perfekt

  • geliebkost

Vervoeging van het werkwoord "liebkosen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich liebkose
  • du liebkosest
  • er/sie/es liebkose
  • wir liebkosen
  • ihr liebkoset
  • Sie liebkosen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe geliebkost
  • du habest geliebkost
  • er/sie/es habe geliebkost
  • wir haben geliebkost
  • ihr habet geliebkost
  • Sie haben geliebkost

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde liebkosen
  • du werdest liebkosen
  • er/sie/es werde liebkosen
  • wir werden liebkosen
  • ihr werdet liebkosen
  • Sie werden liebkosen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde geliebkost haben
  • du werdest geliebkost haben
  • er/sie/es werde geliebkost haben
  • wir werden geliebkost haben
  • ihr werdet geliebkost haben
  • Sie werden geliebkost haben

Vervoeging van het werkwoord "liebkosen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich liebkoste
  • du liebkostest
  • er/sie/es liebkoste
  • wir liebkosten
  • ihr liebkostet
  • Sie liebkosten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte geliebkost
  • du hättest geliebkost
  • er/sie/es hätte geliebkost
  • wir hätten geliebkost
  • ihr hättet geliebkost
  • Sie hätten geliebkost

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde liebkosen
  • du würdest liebkosen
  • er/sie/es würde liebkosen
  • wir würden liebkosen
  • ihr würdet liebkosen
  • Sie würden liebkosen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde geliebkost haben
  • du würdest geliebkost haben
  • er/sie/es würde geliebkost haben
  • wir würden geliebkost haben
  • ihr würdet geliebkost haben
  • Sie würden geliebkost haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: beguckendurchfaulenhochbringenhotmailenlangenlibrettisierenliebhabenliefernlindernmästennachziehenranfahrenumerziehenverzärteln