Vervoeging van het werkwoord leerkaufen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord leerkaufen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "leerkaufen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich kaufe leer
  • du kaufst leer
  • er/sie/es kauft leer
  • wir kaufen leer
  • ihr kauft leer
  • Sie kaufen leer

Perfekt

  • ich habe leergekauft
  • du hast leergekauft
  • er/sie/es hat leergekauft
  • wir haben leergekauft
  • ihr habt leergekauft
  • Sie haben leergekauft

Präteritum

  • ich kaufte leer
  • du kauftest leer
  • er/sie/es kaufte leer
  • wir kauften leer
  • ihr kauftet leer
  • Sie kauften leer

Plusquamperfekt

  • ich hatte leergekauft
  • du hattest leergekauft
  • er/sie/es hatte leergekauft
  • wir hatten leergekauft
  • ihr hattet leergekauft
  • Sie hatten leergekauft

Futur I

  • ich werde leerkaufen
  • du wirst leerkaufen
  • er/sie/es wird leerkaufen
  • wir werden leerkaufen
  • ihr werdet leerkaufen
  • Sie werden leerkaufen

Futur II

  • ich werde leergekauft haben
  • du wirst leergekauft haben
  • er/sie/es wird leergekauft haben
  • wir werden leergekauft haben
  • ihr werdet leergekauft haben
  • Sie werden leergekauft haben

Vervoeging van het werkwoord "leerkaufen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • kaufe (du) leer
  • kaufen wir leer
  • kauft ihr leer
  • kaufen Sie leer

Infinitiv - Präsens

  • leerkaufen

Infinitiv - Perfekt

  • leergekauft haben

Partizip Präsens

  • leerkaufend

Partizip Perfekt

  • leergekauft

Vervoeging van het werkwoord "leerkaufen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich kaufe leer
  • du kaufest leer
  • er/sie/es kaufe leer
  • wir kaufen leer
  • ihr kaufet leer
  • Sie kaufen leer

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe leergekauft
  • du habest leergekauft
  • er/sie/es habe leergekauft
  • wir haben leergekauft
  • ihr habet leergekauft
  • Sie haben leergekauft

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde leerkaufen
  • du werdest leerkaufen
  • er/sie/es werde leerkaufen
  • wir werden leerkaufen
  • ihr werdet leerkaufen
  • Sie werden leerkaufen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde leergekauft haben
  • du werdest leergekauft haben
  • er/sie/es werde leergekauft haben
  • wir werden leergekauft haben
  • ihr werdet leergekauft haben
  • Sie werden leergekauft haben

Vervoeging van het werkwoord "leerkaufen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich kaufte leer
  • du kauftest leer
  • er/sie/es kaufte leer
  • wir kauften leer
  • ihr kauftet leer
  • Sie kauften leer

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte leergekauft
  • du hättest leergekauft
  • er/sie/es hätte leergekauft
  • wir hätten leergekauft
  • ihr hättet leergekauft
  • Sie hätten leergekauft

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde leerkaufen
  • du würdest leerkaufen
  • er/sie/es würde leerkaufen
  • wir würden leerkaufen
  • ihr würdet leerkaufen
  • Sie würden leerkaufen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde leergekauft haben
  • du würdest leergekauft haben
  • er/sie/es würde leergekauft haben
  • wir würden leergekauft haben
  • ihr würdet leergekauft haben
  • Sie würden leergekauft haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: befriedendurchblutenhinzudichtenhochzeitenkurvenleckenleerfressenleerlaufenleibenmakulierennachspürenquerulierenulkenverweigern